Reünie

30 juni 1973 zwaaiden zeventien meisjes van klas 6SMT (*) af van de middelbare school. Achttien waren we, behalve de dubbelaars zoals mijn babbelvriendinnen en ikzelf. Wij waren negentien.
(*) 6SMT = zesde jaar Secretariaat Moderne Talen.

Met een groepje van een tiental meisjes, dames intussen … moeders, oma’s, is het contact gebleven. De laatste jaren zien we elkaar zelfs jaarlijks bij de ene of de andere thuis. Op onze leeftijd moet je dingen niet meer uitstellen.

Afgelopen week, ruim vijftig jaar na onze laatste dag op de middelbare school, hadden we weer afspraak. Het mocht iets meer zijn voor dit jubileum. Met acht ‘meisjes’ – we begroeten elkaar na 50 jaar nog altijd met ‘dag meisjes‘ – hebben we onder het genot van een lekkere maaltijd weer een hele avond volgebabbeld.

Een zoete herinnering

Laatst had een radiopresentatrice het over een moment in haar jeugd waar ze heel mooie herinneringen aan had.

Ik heb ook zo’n moment.

Toen ik als kind in Antwerpen naar school ging (vanaf mijn 11de) haalde mijn moeder mij op woensdag wel eens op. We gingen dan samen iets eten bij bakker/patisserie Locus in het luxe pand op de Schoenmarkt. De zaak bestaat helaas niet meer. Ze hadden daar de lekkerste botersandwiches die ik ooit gegeten heb. En afsluiten deden we natuurlijk met een gebakje.

Nadien gingen we samen naar de kapper. Kapsalon De Loore, het smalste kapsalon van Antwerpen, verdeeld over twee verdiepingen: heren beneden, dames en kinderen boven. Het kapsalon bestaat nog steeds.

Namiddagen alleen met mijn moeder, zonder zus of broer, ik heb daar mooie herinneringen aan.

Schatten op zolder

Met het rommelen tussen oude foto-albums vond ik nog twee CD-roms met oude foto’s die mijn schoonbroer ingescand had na het overlijden van mijn schoonouders in 1998.

Pareltjes, wat ik u zeg!

Schoonmama en schoonpapa, anno 1938, op wandel in de stad.
Aan alles zie je dat dit mensen zijn uit de stad. Schoonmama had een bontkraag en bonten manchetten aan haar jas, en zij droeg dunne (zijden? of nylon?) kousen. Mijn eigen moeder had voor haar trouwdag nooit iets anders gedragen dan zelf gebreide wollen kousen. En zij was een halve generatie jonger.

Mijn schoonmama was een zeer modebewuste vrouw. Voor haar huwelijk werkte ze in een naaiatelier waar ze zich bekwaamd had in het fijne werk: steentjes en pailletjes naaien op avondjurken. Ze is heel haar verdere leven blijven naaien. Ze heeft trouwens ook mijn trouwkleed genaaid … zonder steentjes of pailletjes.

Mijn knappe schoonmama in haar jonge jaren. Zij was half Joods.
Tot op hoge leeftijd vertoonden haar ravenzwarte haren geen enkel streepje grijs.

Zomer 1959, 44 jaar oud en hoogzwanger van haar vijfde kind, negentien jaar na haar eerste.

Voorjaar 1960. Altijd even elegant.

Boerenbruiloft

Trouwfeesten ‘op den boerenbuiten’ in de na-oorlogse jaren, dat waren nog eens echte boerenbruiloften. Vaak werd de koestal met zand geëffend, er werd een houten vloer in gelegd en de boer slachtte een vet varken. (dixit dorpsgenoot Karel Van den Bergh in zijn memoires).

Zo niet bij het bruiloftsmaal van mijn ouders. Na de burgerlijke en kerkelijke plechtigheid volgde er een meergangen bruiloftsmaal dat de hele middag en avond in beslag nam. Soms werd er zelfs twee dagen na elkaar gefeest want niet alleen de naaste familie werd uitgenodigd, maar ook tantes, nonkels, neven, nichten en alle buren. En aangezien de meeste gezinnen bestonden uit vader, moeder en een hele nest kinderen …

Ik heb het uiteraard niet zelf meegemaakt, maar ik heb wel het fotoalbum van mijn ouders hun huwelijk. Bij hen werd het feestmaal geserveerd in het woonhuis van de boerderij van mijn grootouders langs moeders zijde. Lange tafels werden in de huiskamer en de zondagse kamer gezet en het zondags servies en bestek werd uitgehaald.

Geen koestal en geen vet varken hier. Wel andere lekkere dingen.

Kijk maar even mee … 30 september 1953.

(*) Kruisstraatse Kraaiers = kip. De boerderij van mijn grootouders bevond zich in de Kruisstraat. Vandaar waarschijnlijk de naam van het gerecht.

Traiteurs waren er in die tijd nog niet. Wel een kokkin die aan huis kwam koken en de hulp kreeg van een hele sliert vrouwen uit de buurt. Ik herken vier zussen van mijn moeder en een paar goede vriendinnen/buurmeisjes met wie ze de rest van haar leven bevriend is gebleven.

De kookploeg

Het waren andere tijden …

Schatten op zolder

Met het rommelen tussen oude foto-albums vond ik nog twee CD-roms met oude foto’s die mijn schoonbroer ingescand had na het overlijden van mijn schoonouders in 1998.

Pareltjes, wat ik u zeg!

Schoonpapa werd geboren in 1915. De oudste foto die ik van hem heb dateert van zijn legerdienst, tussen 1937 en 1940. Hij heeft actief WO2 meegemaakt, is krijgsgevangen genomen maar is kunnen ontsnappen. Zijn enige zorg was zijn vrouw die met twee kleine kinderen achterbleef (schoonzussen zijn respectievelijk in 1940 en 1942 geboren). Tijdens zijn ontsnapping heeft hij een fiets gepikt die hem nog goed van pas is gekomen tijdens en na de oorlog. Hij reed er mee naar “De Vlaanders” om aardappelen en andere etenswaar die in de stad nog nauwelijks te krijgen waren.

Verder heeft hij zijn hele leven gewerkt bij een fotogravurebedrijf in Antwerpen. Hij is er onderaan de ladder begonnen met onder andere het manueel inkleuren en corrigeren van prenten en foto’s. In de loop der jaren is hij opgeklommen tot in het directiecomité.

Kijk naar zijn haarsnit, is weer helemaal actueel. Foto van eind jaren ’40.

In zijn functie als technisch directeur ontving hij tijdens een bedrijfsbezoek onder andere koningin Fabiola en mocht hij haar de hand drukken. Moet in de jaren ’70 geweest zijn.

En daar heb ik een foto van.

Ik heb mijn schoonvader niet anders gekend dan met pak en das. Ook na zijn pensioen droeg hij altijd een das. En een veston als hij de deur uitging.

Zo ook tijdens een uitstap in de natuur als deel van een zakenreis naar Ijsland eind jaren ’70.

Of tijdens een zakenreis in het bloedhete Miami (begin jaren ’70).

Schatten op zolder

Met het rommelen tussen oude foto-albums vond ik nog twee CD-roms met oude foto’s die mijn schoonbroer ingescand had na het overlijden van mijn schoonouders in 1998.

Pareltjes, wat ik u zeg!

Mijn schoonouders verbleven tijdens de zomervakantie altijd twee maanden aan zee, om en bij de veertig jaar, in hetzelfde huis in Wenduine. Schoonmama was er de volle twee maanden met de kinderen, schoonpapa een aantal weken en in de weekends want hij moest werken in de week.

Hieronder schoonmama met mijn Manlief. Hij zal toen een jaar of twee geweest zijn. De andere kinderen, respectievelijk twee, twaalf en veertien jaar ouder, speelden wellicht op het strand.

Op de volgende foto is moeder weer samen op stap met haar (toen) jongste zoon. Het tuigje dat M. (Manlief) draagt zou heden ten dage misschien wel gecatalogeerd worden onder “kindermishandeling”. Hij heeft er gelukkig niks aan overgehouden.

Nieuwjaarsbrieven

Gelukkig nieuwjaar!

In haar eindejaarslogje schreef Omabaard over de nieuwjaarsbrieven die haar kleinkinderen voorlazen. Blijkbaar is dit een typisch Vlaamse traditie en ik ben eens gaan zoeken naar de oorsprong ervan.

Nieuwjaarsbrieven zijn een gebruik uit de Belgische christelijk-katholieke cultuur en zouden ontstaan zijn in de 16de eeuw. Toen was dit echter enkel voor de elite, want alleen zij gingen naar school en konden lezen en schrijven. De brieven kwamen ook vooral voor in het uitgeversmilieu. Ze werden in het Latijn in dichtvorm geschreven op mooie, met goud of zilver omlijste, bladen. Vanaf het begin van de 20ste eeuw werden de nieuwjaarsbrieven in de klas geschreven. Zo konden de kinderen hun vaardigheden demonstreren die ze hadden opgedaan in de lessen schoonschrift. (bron: De nieuwjaarsbrief – Een stukje geschiedenis).

Ik herinner me nog heel goed dat we in de periode voor de kerstvakantie op school met een kroontjespen onze brieven moesten schrijven. Dat ging in opperste concentratie want het moest zonder fouten en zonder vegen. Een tintenkiller bestond toen nog niet en met uitgommen had je al snel een gat in je brief. Opnieuw beginnen was geen optie, want zo’n brieven waren duur en de ouders moesten op voorhand opgeven hoeveel elke leerling er nodig had.

In de laagste klassen was dat een kort briefje, maar het werd steeds langer naarmate je in een hogere klas terecht kwam. Vanaf de middelbare school werden er, voor zover ik mij herinner, geen nieuwjaarsbrieven meer geschreven.

In mijn tijd in de lagere school (1960-1966) schreef ik drie brieven: een voor ‘liefste moeke en vake’ (mijn ouders), een voor ‘lieve peter’ (grootvader langs vaderszijde) en een voor ‘lieve meter’ (grootmoeder langs moederszijde). De brieven werden destijds beloond met geld voor de spaarpot.

Traditioneel worden nieuwjaarsbrieven op nieuwjaarsdag voorgelezen of voorgedragen. Maar aangezien de peters en meters in deze tijd meestal niet meer de grootouders zijn, hebben de kinderen vaak zodanig veel adresjes dat er ook op andere dagen gelezen wordt. Kinderen van nu hebben dan ook een veel zwaardere klus dan in onze tijd. Zeven nieuwjaarsbrieven schrijven is geen uitzondering!

Ook wij krijgen al enkele jaren een nieuwjaarsbrief van onze Kleine Man. Zijn eerste briefje was er eentje van toen hij een maand of veertien was: een rijmpje door zijn mama gemaakt en voorgelezen.

Dit jaar kregen we een ‘echte’, niet zelf geschreven uiteraard want het kind is pas vier, maar wel zelf opgezegd, dicht bij mama en met een verdraaid stemmetje van verlegenheid. De verlegenheid was snel verdwenen nadat hij zijn cadeautje gekregen had. Want dat hoort er natuurlijk bij.

Ik heb er ook nog een van mijn zoon gevonden, vierde leerjaar. Een lange brief … en schoonschrift was niet zijn sterkste kant. Wat zal het kind daarop gezweet hebben.

Schatten op zolder?

Niet echt want we hebben geen zolder. Schatten in mijn ex-kantoor dan misschien? We zullen het weten over een jaar of vijftig.

Mijn ex-kantoor, ik kom daar alleen om heel af en toe eens te stofzuigen en af te stoffen. En om te printen, wat zelden gebeurt want ik ben fan van paperless.

Het kastje met al mijn kantoorspullen was al niet meer open geweest sinds ik gestopt ben met werken … inmiddels meer dan vijf jaar geleden.

Gisteren moest ik een puntenslijper hebben voor de kleurpotloden van Kleine Man en die moest ik gaan zoeken in het bewuste kastje.

De slijper had ik snel gevonden. En nog wat andere spullen die onderhand antiek genoemd kunnen worden.

Wie herinnert er zich deze nog?

Diskettes, ik had er tientallen! Net zoals – later – CD-roms. Daar kon toch iets meer op. Op mijn laatste laptop heb ik niet eens meer een CD-reader/writer!
En mijn rekenmachine. Ik weet eigenlijk al niet meer waarvoor ik die gebruikte want ik was gewend om alle rekenkundige bewerkingen met Excel te doen. Maar … het werkt nog, met dezelfde batterijtjes dan toen. Goed spul!

Ik vond ook nog een doosje business cards. Ik vond het mooie kaartjes: crèmekleurig op een mooie kwaliteit papier, net zoals mijn briefpapier. Ik was er destijds, toen ik als freelancer begon, (lees:anno 1995) bijzonder trots op!

Ik had gisteren niet veel tijd om te rommelen, maar dat ga ik binnenkort toch eens doen. Wie weet wat voor schatten vind ik nog?!

Uit de oude doos


Oude blogberichten herlezen … het is zoals in een fotoalbum bladeren.
Eentje over ‘de jeugd van tegenwoordig’ uit 2008.

~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~

De bel gaat.
Ik doe open.
Er staat een mij onbekend jongetje voor de deur, een jaar of tien schat ik.
Of ik een steunkaart wil kopen voor een of ander feest van zijn school, hier zo’n 15 km vandaan.
Ik zeg iets in de trant van “het spijt me jongen, maar ik steun de scholen hier in de buurt al en kan van jou geen kaart kopen”.
Ondertussen was er een meisje komen bijstaan, iets ouder.
“Zie je wel, ik heb het toch gezegd dat ZE niet zou kopen”, siste ze …

Uit de oude doos

Oude blogberichten herlezen … het is zoals in een fotoalbum bladeren.
Deze keer eentje uit 2011 over onze lieve kater Zino die we een halfjaar later met veel pijn in het hart hebben moeten laten inslapen … 
‘Zino op avontuur

~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~


De laatste dagen staan er hier nogal eens wat deuren open vanwege voeg- en schilder- en andere werken. Nu taalde Zino daar nooit naar, die bleef de hele dag op zijn plekje in de zetel liggen. Heel af en toe maakt hij nog eens een korte wandeling in de tuin, maar daar blijft het bij.

Sinds hij blind en doof is, is hij ook niet meer boven geweest. Hij heeft het eerder nog wel eens een keer geprobeerd, maar dat was geen succes.

Vandaag echter ben ik hem al overal tegengekomen! Op de trap, in mijn kantoor, onderweg naar de badkamer, op het bed (waar hij vroeger niet weg te slaan was), op het tapijtje op den allée, …

Naar beneden gaat moeizaam, want hij ziet natuurlijk niet hoeveel treden hij nog te gaan heeft, maar hij is wel zonder ongelukken terug beneden geraakt. En hij ligt terug prinsheerlijk op zijn plekje in de zetel.