
Friday Quote

Ein-de-lijk!
Ik was negen toen we voor het eerst op vakantie gingen met ons gezin: een week naar zee in een vakantieverblijf van de ‘ziekenkas’ (of was het Vakantiegenoegens?) … met ons vijven in de zoveelste-hands blauwe Hillman van mijn vader. De jaren nadien brachten we de gezinsvakanties door in de Ardennen of in de bergen, hetzij met de CM met de slaaptrein naar Zwitserland of met Sint-Paulusreizen naar Oostenrijk.
Wij vonden dat oersaai. Wij, kinderen, waren veel liever eens een keer naar een zuiderse strandbestemming gegaan. Het heeft dan ook jaren geduurd eer ik, na ons huwelijk, nog eens naar de bergen wou in de zomer.
Inmiddels heb ik 32 landen/soevereine staten bezocht, te weten: België, Costa Rica, Dominicaanse Republiek, Duitsland, Egypte, Frankrijk, Griekenland, Guadeloupe, Israël, Italië, Jordanië, Kaapverdië, Kenia, Liechtenstein, Luxemburg, Madeira, Malediven, Monaco, Nederland, Oman, Oostenrijk, Portugal, Senegal, Spanje (vasteland, 2 Balearen eilanden, 5 Canarische Eilanden), Sri Lanka, Tunesië, Turkije, Vaticaanstad, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Arabische Emiraten, Zuid-Afrika, Zwitserland.
Als je dat op een wereldkaart bekijkt stelt het totaal niks voor: ik heb hiermee 4.61% van de wereld bezocht, zegt My Travel Map.
Mijn eerste vliegreis was in 1976, op huwelijksreis naar Mallorca. Toen is misschien wel mijn liefde voor reizen ontstaan want sindsdien hebben we geen enkel jaar overgeslagen. Soms één reis, maar meestal meerdere per jaar. Vooral sinds we met pensioen zijn, is het hek helemaal van de dam. We genieten ervan zo lang we kunnen. YOLO is niet voor niks mijn levensmotto.
Voor onze eerste reis buiten Europa moet ik al erg diep in mijn grijze massa graven. Ik ben er vrijwel zeker van dat het een cruise op de Nijl was, eind jaren ’80 of begin jaren ’90. Zo’n drijvend hotel was een hele fijne manier om te reizen. Het was een klein schip (dertig kajuiten, dus een man/vrouw of zestig aan boord), overdag voeren we een eind en deden we uitstappen naar alle bezienswaardigheden aan de oevers van de Nijl. We hebben toen heel veel gezien zonder te moeten veranderen van hotel en zonder uit onze koffer te moeten leven.
In april 1994 vlogen we naar Eilat in Israël. Dat zal ik nooit vergeten want toen was ik een dik jaar gestopt met roken en dat reisje was mijn beloning. Trouw stopte ik iedere dag een briefje van 100 frank in mijn spaarpot (ja, ik rookte heel veel destijds) en zo had ik na een goed jaar genoeg gespaard voor een reisje voor ons beiden.
Naar Israël vliegen was een avontuur op zich. In Zaventem was er een speciale check-in voor ‘risico vluchten’. De controle was enorm. Bijna zo streng als wat we sinds 9/11 kennen. We moesten ook een speciale vragenlijst invullen met de reden van ons bezoek, of we daar mensen kenden en weet ik wat nog allemaal. De veiligheidsmaatregelen voor de terugvlucht waren zo mogelijk nog strenger. Onze koffers werden volledig uitgeladen, er werden ons de vreemdste vragen gesteld: wat we gedaan hadden, wie we gezien hadden, wie onze koffers ingepakt had, enz. Logisch natuurlijk want het was midden in de periode van bomaanslagen door Hamas.
Tijdens deze vakantie hadden we gepland om een excursie te doen naar Jeruzalem. Door de bomaanslagen was dit helaas niet mogelijk en mochten we Eilat niet uit. Maar ook daar was strenge controle. Aan ieder shopping center en aan elk verkeerslicht werden handtassen / boodschappentassen gecontroleerd. Het was overigens geen straf om in Eilat te moeten blijven. Het was een aangename badstad, je kon er super lekker eten en mijn man heeft daar de diepzeeduiken-microbe opgedaan.
De eerste keer dat we zonder kind op reis gingen was onze zoon een jaar. Mijn ouders waren dolgelukkig dat ze hem een kleine week mochten vertroetelen en wij waren dolgelukkig om eens een kleine week de zorg voor een huilbaby aan hen te mogen overdragen. Die korte vakantie brachten we door op langlaufski’s in het Zwarte Woud. Nadien zijn we wel iedere winter een week onder ons twee op vakantie gegaan (naar de zon). Wij hadden dat echt nodig en vonden onszelf absoluut geen ontaarde ouders, wat een ander er ook van dacht (en commentaar hebben we gehad!).
Ik ben een planner. Wij zijn nog nooit zo maar in de auto gestapt en ‘onze neus’ gevolgd. Ik kan mij dat ook gewoon niet voorstellen. Iedere reis – een enkele very last minute niet te na gesproken – wordt minutieus gepland en vrijwel alles wordt op voorhand geboekt, zeker logies. Vroeger deed het reisbureau dat, sinds de komst van internet doe ik het zelf. Of ik maak – voor rondreizen ‘in den vreemden’ – een draft en laat die finetunen door een reisagent. Waarna ik de reisagent uiteraard ook de klandizie en zijn percentje gun.
Een vakantie – of liever de leuke gevolgen ervan – die ik niet licht zal vergeten is een winterzonvakantie in Sharm El Sheikh, Egypte. We hadden een hotel geboekt van de (Belgische) Three Corners groep dat nog niet zo lang open was. Er mankeerde nog wel het een en ander aan maar bovenal waren er ontzettend veel zieke mensen door gebrekkige hygiëne. Waaronder ik. Ik sprak er ter plaatse de Vlaamse manager op aan en liet hem duidelijk mijn ongenoegen merken over het feit dat hij een hotel verkocht dat 1) nog niet af was en 2) hygiënisch veel te wensen over liet. Dat is hem blijkbaar bijgebleven want eens we terug thuis waren kreeg ik een mail van hem waarin hij ons aanbood om GRATIS een week in een van hun andere hotels te verblijven op een datum naar keuze. Zoiets laten wij ons natuurlijk geen twee keer zeggen. Die gratis vakantie, in El Gouna, was trouwens een voltreffer!
Ik voel me onrustig als ik geen reis(je) in het vooruitzicht heb. En liefst meer dan één. Ik ben eigenlijk altijd wel iets aan het plannen. Het hoeft niet altijd concreet te zijn (liefst wel natuurlijk 😉) maar het plannen en uitzoeken is voor mij al bijna zo plezant als de reis op zich.
Ik hou van de sfeer op luchthavens. Mensen die komen en mensen die gaan. Ik hou niet van drukte, maar de drukte op een luchthaven voelt anders, spannender. Ik vind het dan ook niet erg om twee uren op voorhand aanwezig te zijn en de mensenstroom gade te slaan, met een hapje en een drankje dabei.
Ik ben geen fan van nachtvluchten want ik slaap niet op een vliegtuig. Ik kan je verzekeren dat een vlucht van 12 uren dan geen pretje is. Het lijkt wel of er nooit een einde aan komt. Maar een mens moet er iets voor over hebben, nietwaar?!
Ik ben evenmin fan van lange autoreizen. Verder dan Noord-Spanje / Toscane zijn wij nog niet geweest met de auto. En zo’n lange ritten worden ook nooit in één dag afgelegd. Na een kilometer of zes-, zevenhonderd hebben wij het wel gehad.
De reis die op mij de meeste indruk heeft gemaakt dateert van 1996, een safari + strandverblijf in Kenia voor onze twintigste huwelijksverjaardag. Het was onze eerste kennismaking met een derdewereldland. Ik herinner mij nog als de dag van gisteren onze aankomst op de luchthaven van Mombasa. Het eerste wat in het oog sprong waren de kreupele mensen die stonden te bedelen aan de uitgang. Schrijnend, en tijdens de reis zouden we nog veel meer armoede zien.
Maar Kenia is ook een overweldigend mooi land. De diversiteit aan landschappen, de enorme hoeveelheid wild dat we gezien hebben, de prachtige stranden, de mooie mensen, …
Deze reis blijft trouwens tot op de dag van vandaag onze mooiste reis aller tijden. We hebben ondertussen al veel andere landen bezocht, maar niets kan tippen aan de mooie safari in Kenia.
Ik hou van rondreizen en van combi-reizen. ‘Combi’ als in stad + land / bergen + zee, enz. Vroeger kon ik gemakkelijk een hele vakantie op één plek doorbrengen, en meestal was dat aan het strand of aan de rand van een zwembad. De laatste jaren wil ik vooral veel zien en beleven tijdens de vakantie. Rusten kan ik thuis ook.
Het liefst reis ik alleen met mijn man, zelfs nog na bijna 44 jaar huwelijk. 😉 Een groepsreis heeft ook zijn voordelen, maar wij doen nogal graag ons goesting en vooral ik vind het enorm frustrerend dat je (zoals tijdens de groepsreis in Costa Rica bijvoorbeeld) door zoveel pittoreske dorpjes komt en niet even kan stoppen om eens rond te wandelen en een praatje te maken met de lokale bevolking.
De reis die mij persoonlijk het meest teleurgesteld heeft is de combi Sri Lanka/Malediven ter gelegenheid van onze 25ste huwelijksverjaardag. De rondreis in Sri Lanka was heel interessant en daar was ook helemaal niets op aan te merken. Maar toen we op Colombo airport zaten te wachten voor onze vlucht naar Malé kregen we te horen dat het resort dat we geboekt hadden op de Malediven overboekt was. We zouden een upgrade krijgen naar een luxer resort-eiland maar laat dat nu net het resort zijn dat op mijn ‘no go’ lijstje stond. Communicatie was toen nog niet zo eenvoudig als nu en er was weinig te beginnen tegen het alternatief dat de reisorganisator ons aanbood.
Wat aangeprezen wordt als het Paradijs Op Aarde was voor mij de Absolute Verveling. OK, het was een mooi luxe eilandresort, we hadden een prachtige water bungalow (het klotsen van het water onder en tegen de bungalow heeft me wel mijn nachtrust gekost, maar goed), het eten was er super lekker maar er was daar dus totaal NIKS te doen, zeker als je geen waterrat bent zoals ik. Een wandelingetje? Op een goed kwartier was je rond het eiland. En je kon daar niet weg. Ik had daar echt een claustrofobisch gevoel. Bovendien was het er ook nog eens broeierig heet. Niet om buiten te komen! Ik heb mij daar een week stierlijk verveeld terwijl manlief zich amuseerde met snorkelen en duiken. De hitte en de hoge luchtvochtigheid zouden op het andere eiland niet anders geweest zijn, maar dat was een veel groter eiland met meerdere hotels en voldoende ontspanningsmogelijkheden. Het Paradijs Op Aarde? Niet voor mij in ieder geval.
Ik ga een beetje de flauwe uithangen. Ik ben ziek, en dan heb ik behoefte aan wat compassie en extra verwennerij.
Je zou denken, daar heb je toch een man voor? Dat dacht ik ook toen ik hem (bijna) 44 jaar geleden mijn ja-woord gaf. Mijn man is een supergoede vent maar attent? Vergeet het! Voorbeeldje van vanmorgen: wat eten we straks? Hij zal dan niet zeggen ‘ ik maak wel iets’. Of desnoods ‘ik haal wel iets’. Nee, dat komt niet in hem op. Hij zal dat doen als ik het vraag maar ik zou het zo tof vinden moest hij dat eens uit zichzelf zeggen/doen.
Nu ja, ik ga hem na al die jaren niet meer veranderen, daar ben ik mij van bewust. En ik heb daar op andere momenten ook geen behoefte aan maar als ik ziek ben, dan vind ik dat ik zielig mag zijn.
Einde klaagzang.
Ik leg mij terug op de zetel onder mijn dekentje.
Assertief – ik heb er geen problemen mee om voor mezelf op te komen
Bazig – dat geef ik toe …
Content – ik heb absoluut niks te klagen (maar doe het soms wel)
Direct – ik zeg wat ik denk en dat komt niet altijd even goed over
Eerlijk – oneerlijkheid, op welk vlak dan ook, daar kan ik niet tegen
Fel – ik kan nogal heftig uit de hoek komen (‘furie’ is hier ook op zijn plaats)
Gul – veel liever geven dan krijgen
Humeurig – als iets niet gaat zoals ik het in gedachten had
Impulsief – eerst doen en dan denken … het gebeurt me wel eens
Jaloers – soms wel, op mensen met talenten die ik zelf niet heb
Kwetsbaar – een eigenschap die ik misschien niet zo graag toegeef
Levensgenieter – ik leef aan 200 per uur
Melancholisch – het overvalt mij soms
Nuchter – twee voetjes (maat 41) op de grond
Ongeduldig – wellicht mijn meest onhebbelijke eigenschap
Praktisch – eenvoudige oplossingen zoeken én vinden
Rusteloos – ik kan me met momenten heel erg opgedraaid voelen
Stresskip – in onbekende/nieuwe situaties
Trouw – in de liefde, in vriendschappen, …
Uitsteller – dingen die ik niet graag doe worden wel eens opzij geschoven
Vasthoudend – ik heb een groot pitbull gehalte
Wantrouwig – door schade en schande wijzer geworden
Zorgzaam – altijd zorgend, en kan daardoor moeilijk loslaten
Het is twee uur ’s nachts. Ik ben, zoals gewoonlijk, om middernacht naar bed gegaan maar ik kon de slaap niet vatten. Gebeurt me wel meer, maar dan draai ik een paar keer en komt het uiteindelijk wel goed. Vandaag niet dus. Temeer daar het weer gratis concert was naast mij. Normaal steek ik dan oordoppen in maar ik heb een flinke verkoudheid en dan irriteren die dingen in mijn oren.
Dus ten langen leste maar terug naar beneden gekomen. Wat forums bezocht, instagram, facebook, maar ’t was overal maar stillekes. Ah ja, een normale mens ligt nu in bed want die moet morgen vroeg op om te gaan werken. Of om andere nuttige dingen te doen.
Gezellig is het hier niet hoor. De haard is uit, en het begint koud te worden. Mijn fleece dekentje biedt gelukkig uitkomst.
Zou ik al aan het eten voor morgen beginnen misschien? De kinderen komen eten en wij pikken om 4 uur onze Kleine Man op van de crèche. Ik heb al druifjes in huis want dat eet hij graag. En kroketten, want dat eet hij ook graag. Net zoals wortels & erwten. En de kalkoenstoofpot die ik een tijd geleden gemaakt had vond hij ook lekker. Dus morgen komt die in de herhaling. Het kind krijgt hier alleen maar wat hij graag eet. Het is een goede eter, een plezier om te zien hoe lekker hij alles vindt. Hij is nochtans klein en fijn: 11 kilo voor een peuter van 27 maanden is echt een lichtgewichtje. Maar hij is – buiten zijn eeuwige snottebellen – goed gezond.
Van de week moest ik even bij hen thuis gaan babysitten en plots zegt hij ‘ik chips eten, ik heb hongerrr‘ (met de franse R) en hij troonde me mee naar de kast waar – vermoed ik – de zakken chips opgeslagen liggen. Geen chips te zien echter! Hij zag het zelf ook en vroeg zo lief ‘mag ik dan een cracotje‘. Natuurlijk mag jij een cracotje, lief kind.
Ik zou ook nog wat Spaanse werkwoorden kunnen oefenen, maar dan doe ik van frustratie straks helemaal geen oog meer dicht.
Ik denk dat ik mij nog op een half slaaptabletje ga trakteren en nog wat ga draaien in mijn bed. Eerst mijn wederhelft stil krijgen … ik hoor hem snurken tot hier beneden!
Gelezen bij LeveLieze …
Goed voor de inspiratieloze dagen.
Drie namen waar ik naar luister
Drie plaatsen waar ik gewoond heb
Drie plaatsen waar ik heb gewerkt
Drie dingen waar ik graag naar kijk
Drie plaatsen waar ik al ben geweest
Drie dingen die ik graag eet
Drie dingen waar ik naar uitkijk
Ciara hield ons danig in de ban afgelopen weekend. Zondag hebben we er niet veel van gemerkt, buiten de enorme hoeveelheden water die er gevallen zijn.
Maandag las ik op Facebook een bericht van Pier 7 Zandpaviljoen in Vlissingen dat de hoogwaterstand maandag namiddag om 14u50 op +3.60 boven NAP zou staan. Dat wilden wij toch wel eens met eigen ogen zien en eens naar Vlissingen rijden vinden wij geen straf. De stad heeft voor eeuwig een plekje in ons hart omdat onze zoon er tijdens zijn studie vier jaar op kot (kamers) heeft gezeten en we er toen heel vaak kwamen, dit geheel terzijde.
Al van toen we uit de auto stapten voelden we direct dat de wind hier toch een pak harder waaide dan thuis. Moest ik geen zwaargewicht zijn, ik was weggewaaid op de boulevard!
Wat een spektakel! Hoge golven zo ver je kon zien die rij na rij op ons af kwamen ; op het strand dik wit schuim als van een reuzen latte macchiato, … wat een prachtig natuurgeweld. Het zandpaviljoen had voor de allereerste keer de waterkering rond het paviljoen in gebruik genomen. En dat het nodig was!
Twee moedige kerels trachtten de golven te trotseren met hun surfplank. Eentje slaagde erin om in het water te geraken. De tweede probeerde dapper verder maar werd telkens terug op het strand gegooid, ondanks de supporters aan de kant.
Volgens de getijdentabel werd de +3.60 boven NAP lang niet gehaald (+2.65) en was de windsnelheid ‘slechts’ 7 Bft, maar de wind kwam wel recht uit de zee. Binnen in het paviljoen was het gelukkig lekker warm.
Foto’s en een videootje!