Kinderpraat

Dinsdag haalden we, zoals gewoonlijk, Kleinzoon van school. Het was twee weken geleden dat we hem gezien hadden want vorige week waren we op vakantie.

Ik heb jou gemist hoor opa, zei hij. Waarop ik vraag: mij ook? Nee, opa alleen want die speelt altijd met mij.
Dat oma telkens zit te wachten met een croque monsieur, een pannenkoek of ander lekkers, dat wordt voor het gemak even vergeten. Maar goed, eerlijk is hij wel!

Ik was in de keuken bezig met snijbonen schoon te maken met mijn snijbonenmolentje. Mag ik dat doen, vraagt hij en als hij klaar is: mag ik ook blijven eten?
Oké, als het van mama en papa mag …

We zitten aan tafel. De boontjes en het vlees vindt hij superlekker maar mama haar ‘patatjes’ zijn lekkerder. Wij doen daar melk in.
Ik had ook melk in de puree gedaan maar blijkbaar niet genoeg. Volgende keer beter.

We praten over van alles en nog wat, o.a. over verliefd zijn. Tante L. en nonkel J. waren heel verliefd geworden en die zijn dan getrouwd. Mama en papa zijn maar een beetje verliefd en daarom zijn ze niet getrouwd.
Kinderlogica.

We hadden het ook nog over haar. Jij en moeke (de andere oma) hebben jongenshaar (=kort), mama heeft meisjeshaar (=lang). Je kan het laten groeien oma, dan heb jij ook meisjeshaar.
Had ik toch juist een afspraak gemaakt bij de kapper om te knippen zeker?!

Buurtfeestje

Zaterdag waren we uitgenodigd op een buurtfeestje. Dit was georganiseerd door enkele koppels die hier nog niet zo lang wonen en die hun buren wat beter wilden leren kennen. Een tof initiatief, vonden wij … we gaan ook onze kop eens even laten zien.

We werden verwelkomd door de buren schuin over ons in wier voortuin het feestje plaatsvond. Organisatoren van buurtfeestjes kunnen hiervoor gratis materiaal lenen bij de gemeente: tenten, tafels, stoelen, statafels, barkrukken, … alles gratis aan huis geleverd.

Ondanks het gure weer was er toch een flinke opkomst. Voor 90% mensen die ik of nog nooit gezien had, of waarvan ik niet wist dat ze in onze straat wonen. Hoe erg is dat!

Toen wij hier kwamen wonen meer dan 30 jaar geleden waren wij bij de jongsten in de straat en kenden wij best veel mensen. Ik vooral want ik heb heel mijn leven in ‘onze’ straat gewoond. Ondertussen zijn de meeste oude mensen van vroeger overleden of verhuisd naar een WZC en hun huizen zijn, vaak na een grondige verbouwing, ingenomen door jonge gezinnen.

Natuurlijk weten wij wel wie onze naaste buren zijn, hoewel het contact heel oppervlakkig is, maar eens wat verder in de straat heb ik, op enkele ‘oude’ buren na, geen idee. Iedereen is hier nogal erg op zichzelf.

Tijdens de gesprekken viel het op dat wij niet de enigen waren die de nieuwkomers niet kenden. Hoewel … nieuwkomers? Eén mevrouw, vier huizen bij ons vandaan, woont hier al twaalf jaar. Ik had geen idee!

Het was best gezellig, met een hapje en een drankje. We hadden onderling afgesproken dat we niet lang zouden blijven. Uiteindelijk waren we bij de laatsten die het feestje verlieten.

Ik hoop nu maar dat ik, mocht ik mensen uit onze straat tegenkomen in de supermarkt of bij de bakker, ik ze ga herkennen.

Uit eten

Wij gaan al eens graag uit eten en dat doen we dan ook met enige regelmaat. Vorige week donderdag was een prachtige dag, dat vraagt gewoon om een lunch buitenshuis.

Ik heb altijd wel één probleem: ik kan niet kiezen.

Ik wil graag meerdere dingen proeven en bestel daarom meestal twee voorgerechten. Maar ik heb natuurlijk ook wel eens zin in een mooi stukje vis, of een vispannetje in dit geval. En een voorgerecht wil ik ook wel want anders zit ik daar zo ongezellig zonder iets terwijl Manlief aan het smikkelen is.

Helaas waren ook hier mijn ogen weer groter dan mijn maag. Van mijn hoofdgerecht heb ik maar de helft opgegeten.

Ik vind het zo jammer om de helft te moeten terugsturen naar de keuken. Bij vlees kan je vaak wel kiezen voor een lady steak (125 gr). Waarom kan dit niet voor andere gerechten? Mijn vispannetje bevatte twee stukken zalm, twee tongrolletjes, twee stukken kabeljauw en twee XL scampi. Ik heb van elk één stuk gegeten en had daarmee, na mijn carpaccio als voorgerecht, meer dan voldoende.

Toen de ober kwam afruimen en me vroeg of het niet lekker was – tja, er was nogal wat over – heb ik hem de vraag gesteld of ze er al eens aan gedacht hadden om halve porties op de kaart te zetten. Ik denk dat veel kleine eters daar blij mee zouden zijn. Daarom niet aan de helft van de prijs want het werk blijft hetzelfde, maar gewoon een paar euro goedkoper. Lijkt me een win-win voor iedereen.

Maar wat ik eigenlijk het allerfijnste vind is eten op zijn Spaans: een tafel vol tapas para compartir. En dan ook liefst tegen Spaanse prijzen …

Foto: Pexels.com

Vlaams voor anderstaligen

Naast de modules Nederlands voor anderstaligen biedt het CVO Encora Antwerpen nu ook de module “Vlaams voor anderstaligen” aan.

De cursus richt zich tot anderstaligen die al een goede basis Nederlands (AN) hebben, maar die toch best wel wat moeilijkheden ondervinden om de spreektaal te verstaan in o.a. hun werkomgeving. Zo is er bv. de Syrische Justin die al van 2017 in Antwerpen woont en zich goed heeft geïntegreerd. Hij behaalde hier een master aan de Hogere Zeevaartschool en spreekt vlot Nederlands. Toch heeft hij problemen om zijn collega’s in de Haven van Antwerpen te verstaan.

Zeg nu zelf: waar waarde gij klinkt anders dan waar was je? Of hoe verklaar je de betekenis van het simpele oervlaamse woord amai dat te pas en te onpas gebruikt wordt? En wat betekent bangelijk of ik ben ribbedebie? Ook bepaalde uitdrukkingen zoals met alle Chinezen, maar niet met den deze. Of haast en spoed zijn zelden goed.

“Als we ons willen inburgeren, moeten we exact weten hoe de mensen met elkaar communiceren. Met deze nieuwe cursus zal dat gemakkelijker worden”. Zeker in een werkomgeving als de haven is het belangrijk om dezelfde taal te spreken.

Ik vind het dan ook een zeer goede zaak dat onze s(p)(t)reektaal onderwezen wordt aan mensen die daarvoor open staan.

Meegaan met je tijd …

… niet altijd simpel.

Wil je een treinkaartje kopen,
Nee, niet naar de balie lopen,
Daar is niemand meer te zien,
Je kaartje komt uit een machine.
Je moet dan overal op drukken
In de hoop dat het zal lukken.
Pure zenuwsloperij,
Achter jou zie je een rij
Kwaad en tandenknarsend staan,
Want de trein komt er al aan.

Bij de bank komt het geld uit de muur
Afhalen aan de balie werd te duur.
Als je maar de code kent,
Anders krijg je nog geen cent.

Om je nog meer te plezieren,
Mag je internetbankieren
Allemaal voor jouw gemak,
Alles onder eigen dak.
Niemand die er ooit om vroeg
Blijkbaar is het nooit genoeg.
Man, man, man wat een geploeter,
Alles moet met een computer
Anders doe je echt niet mee.
Op www en punt be.

Vind je alle informatie,
Wie behoedt je voor frustratie?
Als dat ding het dan niet doet,
Dan word je toch echt niet goed.
Maar dan roept men dat je boft,
Je hebt immers Microsoft.

Ach, je gaat er onderdoor,
Je raakt gewoonweg buiten spoor.
Nee, het is geen kleinigheid,
Oud worden in deze tijd.

Tekst las ik in het krantje dat wekelijks in onze gemeente bedeeld wordt.

Januari

Oud en nieuw was erg rustig dit jaar. We hadden ons met kerst al overdaan aan eten en cadeaus. Genoeg is genoeg!

Kleinzoon kwam voor het eerst een zelf geschreven nieuwjaarsbrief voorlezen. Wat een mijlpaal weer.

Na alle regen en wind van de afgelopen maanden kregen we eindelijk een echte winterprik, met zonnig vriesweer. Jong en oud konden zich nog eens enkele dagen uitleven op natuurijs. Altijd mooi om te zien.

En enkele dagen later werden we ook nog getrakteerd op een laagje sneeuw. Jong en minder jong amuseerden zich met sleeën en een sneeuwman maken.

18 januari had ik mijn halfjaarlijkse controle bij de chirurg-oncoloog. Alles zag er “rustig” uit, zei ze. Een week later, op controle bij mijn reguliere tandarts, vond die dat het er niet zo rustig uitzag en schreef me een “Van-Winkelhoff- cocktail” voor, voor nog maar eens een zware ontsteking. Een paardenmiddel, die cocktail, wat ik u zeg!

Manlief werd zeventig. Dat hebben we met ons gezin gevierd met een weekend in het Roompot Beach Resort in Nieuwvliet-Bad. Ik heb er al meer dan uitgebreid over geblogd.

We gingen lunchen met onze beste vrienden en er werden enthousiast plannen gesmeed voor een mooie verre reis samen. Bij nader inzien heb ik hen enkele dagen later moeten melden dat ik het ‘dankzij’ mijn blijvende gezondheidsproblemen niet aandurf om nog zo’n vermoeiende reis te maken. Jammer.

Met onze overjaarse jeugdclub brachten we op een zonnige middag een bezoek aan begraafplaats Schoonselhof in Antwerpen.

En om te eindigen … vanaf februari heb ik een nieuwe huisarts. Nu nog even afwachten of het klikt.

Schoonselhof

Gisteren deden we met onze Overjaarse Jeugdclub een uitstap naar de begraafplaats Schoonselhof.

Volgens onze gids “de best verborgen parel van Antwerpen” en “veel mooier dan Père Lachaise in Parijs”. Daar ben ik het overigens helemaal niet mee eens. Wat beide begraafplaatsen wel gemeen hebben, is dat er veel bekende/beroemde mensen begraven liggen: Hendrik Conscience, Willem Elsschot, Hubert Lampo, Alice Nahon, Armand Preud’homme, Gerard Walschap, enz.

Het Schoonselhof is een parkachtige begraafplaats met veel groen. Helaas zie je daar in de winter niet veel van. De begraafplaats telt veel oude (beschermde) grafmonumenten. De stad Antwerpen kocht de gronden in 1911 maar het was pas in 1921 dat het Schoonselhof een openbare begraafplaats werd. Veel graven van andere begraafplaatsen werden toen naar hier overgebracht omdat de begraafplaatsen rond de kerken om de een of andere reden moesten verdwijnen. Zo ook onder andere het Groenkerkhof (heden Groenplaats), de begraafplaats die bij de O.L.V.-Kathedraal hoorde.

Een begraafplaats onderhouden is duur en om dit funerair erfgoed niet verloren te laten gaan, besliste de stad Antwerpen enkele jaren geleden om bepaalde grafmonumenten in bruikleen te geven. Dit wil zeggen dat iedereen die dit wil later kan rusten in de monumenten die hiervoor beschikbaar worden gesteld. Mocht je dit niet willen maar toch je steentje willen bijdragen, dan kan je ook het peterschap opnemen van het grafmonument van een belangrijk persoon. Allebei tegen een prijs uiteraard, en bij de monumenten die beschikbaar zijn staat een bordje (je ziet het op een van de foto’s).

Tijdens de rondleiding hebben we natuurlijk maar een klein deel van de begraafplaats gezien. Misschien gaan we in de zomer nog wel eens terug.

Weesgedicht zoekt adoptieraam

Voor de eerste keer kon je bij ons in de gemeente een weesgedicht adopteren tijdens de poëzieweek.

Een weesgedicht is een gedicht dat geen thuis heeft. Het staat niet in een bundel, niet op een website en het hangt niet op een muur. Het is een gedicht dat wacht op een adoptieouder die het een plekje geeft op zijn of haar raam.

Het initiatief ontstond in 2021 tijdens de pandemie toen de bib van Aalst naar een manier zocht om de poëzieweek niet onopgemerkt te laten voorbij gaan. Een vrijwilliger komt het gedicht op jouw raam schrijven waar het blijft staan tot het einde van de poëzieweek.

Ook ik had me opgegeven om een weesgedicht te adopteren maar ik was te laat. De 25 weesgedichten hadden in een mum van tijd een adoptieraam gevonden.

Onder andere bij mijn neefje, die een gedicht kreeg van een leeftijdsgenote, de jonge dichter Sara Eelen.

Volgend jaar waag ik opnieuw mijn kans.

Podcasts

Ze zijn de laatste jaren niet meer weg te denken. Elke BV (Bekende Vlaming) heeft tegenwoordig wel een podcast.

Ik probeer er af en toe wel naar te luisteren maar, of het nu een interview-podcast is of een open-gesprek-podcast, ik dwaal heel snel af. Ik mis beeld, ik mis de mimiek op de gezichten, de nuances die je bij beeld wel ziet maar in een podcast niet hoort.

Ik ben nochtans een grote fan van praatprogramma’s op TV, één op één of tafelgesprekken met meerdere gasten. Het lijkt wel of ik beeld nodig heb om bij de les te blijven.

Hoe zit dat bij jou? Kan jij geboeid luisteren naar podcasts?