Rijstvlaai



Deze heb ik vanmorgen gemaakt. Gisteren met het surfen toevallig dit recept tegengekomen op het weblog “Everybody Eats Well in Flanders” van een Singaporese vrouw die (tijdelijk?) in Vlaanderen woont en allerlei Vlaamse/Belgische recepten verzamelt.

Manlief vond de vlaai lekkerder dan die van bij de bakker, maar of ik dat nu echt moet geloven??? Ik vond de vulling nogal vast, heb zo’n vlaai liever wat smeuïger.

Edit: ook door zoonlief is de vlaai goedgekeurd. ‘Dat moogt ge nog maken’, zo zei hij.

Verandering

Manlief heeft op zijn werk een aanvraag ingediend om de laatste jaren voor zijn pensioen permanent in dagdienst te werken. Hij heeft er heel lang over getwijfeld want hij vindt aan die wisselende diensten heel veel voordelen. Hij werkt maar drie of vier dagen per shift, is dikwijls in de loop van de week thuis zodat hij mee kan gaan fietsen met de club of wij een dagje weg kunnen, en als hij de late shift heeft is hij ’s middags nog tot twee uur thuis, enz. Het was dus even afwegen, maar nadat hij van personeelsdienst hoorde dat hij dan 58 dagen verlof heeft op een jaar heeft hij de knoop doorgehakt. Of hij het ook effectief zal krijgen is nog even afwachten.

Het zal in ieder geval een hele verandering worden. De tijden dat hij in dagdienst stond liep het huishouden hier compleet in het honderd want hij doet heel veel als hij thuis is en ik aan ’t werk ben. Er zal dus veel meer op mij terecht komen want met een nine-to-five job kan ik niet van hem verwachten dat hij nadien nog gaat wassen en plassen. Hij heeft al wel gezegd dat hij met zijn 58 dagen verlof een deel van het jaar (ik vermoed de zomer) maar vier dagen zal gaan werken. Kan hij op zijn vrije dag de was doen!

Aan de andere kant, op deze manier kunnen we misschien proberen ons sociaal leven weer wat nieuw leven in te blazen want dat heb je nog nauwelijks als je in ploegen werkt.

Of: elk voordeel heb zijn nadeel.

Verjaardagsweekend



Vrijdag 19 augustus gingen we mijn verjaardag vieren aan de zee. Hoe dat zo gekomen is? In het ‘Uit-Magazine’ van de VAB was er, zoals iedere maand, een ‘Avondje Uit’ aanbieding en deze keer was dat in de Ostend Queen in Oostende. Het restaurant heeft een aantal jaar geleden nogal wat commotie veroorzaakt toen het al gezegend werd met een Bib Gourmand nog voor het open was! Dat was een miskleun van Pierre Wynants van de Comme Chez Soi die de Ostend Queen mee onder zijn vleugels had genomen. Ondertussen is het restaurant in andere handen overgegaan, het hele Michelin gebeuren is allang weer vergeten. Maar mij leek het een fijne bestemming voor een weekendje weg. Ik had dus ook meteen een hotel geboekt in Oostende. Begin deze week werd er aan zee mooi weer voorspeld, dus wilden we eigenlijk nog wel een paar nachten extra maar het geboekte hotel had geen plaats meer. Iets anders zoeken dus, en dat heb ik gevonden in De Haan, op een boogscheut van Oostende. Zo gemakkelijk als je boekt via booking.com. Boeken en gratis annuleren, je kan je bedenken zo vaak je wil.

Vrijdagmiddag konden we niet snel genoeg weg zijn. Nog gauw een boterham gegeten om twaalf uur en om half drie checkten we in in Villa La Tourelle, een charmant hotelletje mét torentje in de Belle Epoque wijk in De Haan aan Zee. Perfect gelegen, op nauwelijks 200m van het strand en midden in het rustige dorp. We kregen kamer no. 2. Zowel de kamer als de badkamer waren niet groot, maar perfect proper, met mooi bed- en badlinnen en een nogal smal four poster bed. Badkleding aangetrokken – ‘uitpakken doen we straks wel’ – en met ons boek naar het strand. Het was aangenaam zomerweer, al waren er wel de hele tijd wat sluiers voor de zon. Het zou de beste dag van heel het weekend worden.

Om acht uur hadden we een reservatie bij de Ostend Queen. Het restaurant is gelegen op de bovenste verdieping van het Casino-Kursaal in Oostende met rondom rond ramen. Van overal heb je een prachtig zicht op de Noordzee, het strand en de dijk (boulevard). En later op de avond een schitterende zonsondergang.

We werden vriendelijk en heel spontaan ontvangen door de gastvrouw die de regie hier wel degelijk stevig in handen had. Het restaurant zat bijna volledig vol toen wij arriveerden. Nu is het restaurantgedeelte (het geheel bestaat uit een soort chef’s table bij de open keuken, een loungegedeelte en het eigenlijk restaurant) niet zo groot en de tafels staan redelijk ver uit elkaar. Goed voor de privacy. De tafels zijn gedekt met beige linnen, grote glazen en een vaasje met twee dikke rozen. De stoelen vond ik ronduit lelijk maar ze zaten wel comfortabel. Helaas oogt het geheel niet gezellig, misschien omdat ik zicht had op de lege lounge/chef’s table.

Wij hadden dus een vast menu inclusief dranken (55 euro pp), dat was op voorhand bekend en het sprak ons wel aan.

Cava Familia Oliveda Brut

Handgepelde grijze garnalen en kleurtomaatjes

Zeetongfilets en champagnesabayon, duxelle van champignons en roomse kervel

Zomerse vruchten en bourbonvanille, amandelen en chocolademacaron

Koffie of thee met zoetigheden

Het concept van de Ostend Queen is ‘low impact food’: dagverse streekproducten die zo weinig mogelijk kilometers afleggen. Met een vismenu is dat geen probleem, de vissen springen hier bijna letterlijk uit de zee op je bord. Dineren met een kleine ecologische vingerafdruk dus.

We begonnen met een glas cava die veel te droog was naar mijn smaak. Er werd rondgegaan met manden met dikke stukken (nog warm) bruin en wit brood, dit werd gedurende de hele maaltijd aangevuld. Een schijfje zoute boter stond standaard op tafel.

De wijn werd ingeschonken en er werd ons gevraagd of we plat of bruisend water wensten. Bruisend dus, Tönissteiner hier. De wijnen die hier geschonken worden zijn van het huis Château Montdoyen. Voor ons werd het een Marquis de Montdoyen sec, een heerlijk fluwelige Bergerac die veel te gemakkelijk wegdronk. Inmiddels verschenen ook de amuses op tafel. Van links naar rechts op de langwerpige leisteen: gefrituurde oester, een paar opgerolde schijfjes Jamón Ibérico de Bellota en een rolletje van gerookte zalm gevuld met knolselder.

Daarbij kwam ook nog een potje kleine Belgica mosseltjes waarbij ipv een vochtig doekje in een zakje een klein rolletje in een schaaltje werd gelegd dat overgoten werd met heet water en opzwol tot een comfortabel klein handdoekje.

De gefrituurde oester heb ik doorgegeven naar de overzijde. Het eerste wat manlief proefde was de panering van de oester, op het einde kwam pas de oestersmaak naar voren. Zonde van de oester, zei hij. De ham was heel erg lekker, kan ook niet anders met een Bellota. Ook het zalmrolletje in combinatie met de knolselderreepjes in een sausje was erg lekker. Maar het allerlekkerste moest nog komen: de kleine Belgica mosseltjes die geserveerd werden met een fijn mosterdsausje. Wat waren die mosseltjes heerlijk, ze kunnen gemakkelijk de concurrentie met de moules du Bouchot aan. Alles bij elkaar was het een fameus grote amuse, maar alles is tot de laatste kruimel opgegaan.

Na een fijne pauze kregen we ons voorgerecht. Een dubbel gepaneerd garnalenkroketje en verspreid over het bord de handgepelde grijze garnalen, gepelde kerstomaatjes in diverse kleuren, tomatentapenade en een zeer lekkere friszure espuma van tomaat. Een erg lekker voorgerecht waarbij de Bergerac nog beter tot zijn recht kwam. Er werd trouwens niet zuinig omgegaan met de wijn. Ik heb zelfs een paar keer moeten passen.

Ons hoofdgerecht bestond uit in tweeën gevouwen zeetongfilets met een duxelle van champignons, een quenelle roomse kervel, toefjes butternut en geconfijte kerstomaatjes licht met honing besprenkeld. Met de sifon werd er aan tafel een dikke toef champagnesabayon bijgespoten. Heerlijk, zalig, gewoon geen woorden voor. De zeetongfilets met hun fijne smaak in combinatie met de romige sabayon, daarbij een toefje van de kervel in de mond … ik kan de smaken nog perfect oproepen. Ook de wat zoetige tomaatjes konden ons zeer bekoren.

Zomerse vruchten als dessert. Aardbeien, frambozen, kersen, bramen, een quenelle ijs van rode vruchten op gemalen amandelen, een chocolademacaron en druppels rode vruchten coulis. Ook weer erg lekker.

Wij vonden het een mooi opgebouwd menu, smaken die ook erg goed bij elkaar pasten.

Als afsluiter konden we nog kiezen uit koffie of thee, en daarbij kwam een étagère met een keur aan kleine gebakjes en snoepjes.

Het was bijna elf uur toen we – met een zeer tevreden gevoel – het restaurant verlieten.

De nacht erop was kort. Ik heb het nog vijf uur zien worden, toen heb ik nog maar een pil genomen en heb ik uiteindelijk toch nog geslapen tot half negen.

De rest van het weekend hebben we wat aan het strand gezeten, gewandeld door het mooie De Haan, veel geterrast en zondag kwam er dan een smsje van zoonlief en zijn meisje ‘wij komen’. Ik had hen gezegd dat, moesten ze niet weten wat doen, ze altijd welkom waren om samen met ons iets te eten voor mijn verjaardag. Ik heb nog wel wat moeite gehad om last minute een restaurant te vinden, en Restaurant De Concessie was ook niet direct een hoogvlieger, maar het was gezellig en manlief en ik waren blij dat we weer compleet waren. Buiten de slaapproblemen was het een heel geslaagd weekend.

Portugal

Ja, alweer. Voor het derde jaar op rij reizen wij volgend jaar van 3 tot en met 23 juni weer naar Portugal. Het is ons daar al twee keer zo goed bevallen, en we hebben daar nog zoveel te zien dat het bij onze terugkeer eind juni direct voor allebei duidelijk was dat we terug zouden gaan.

Als je dan vliegtuigtickets kunt scoren aan een prijsje (144 euro voor ons twee, reguliere lijnvluchten met Brussels Airlines naar Porto, op comfortabele uren), dan moet je niet twijfelen en gewoon boeken. Dat heb ik dus ook gedaan vorige week. [Ik ben net even gaan kijken en ze zijn al opgeslagen. Niet spectaculair, maar toch, iedere week worden ze duurder en duurder.]

Onze route staat ook al zo goed als vast. Volgend jaar willen we de wat minder bekende plaatsen aandoen. 3 nachten in het noorden met bezoek aan Braga, Guimarães en een ander stuk van de Douro vallei. Dan door naar de Estremadura, meer bepaald Óbidos voor 3 nachten, met bezoek aan Nazaré en Santarém. En aangezien Óbidos aan de kust ligt vinden wij het ook altijd wel fijn om wat te chillen op het strand tussen de excursies door. Dan nog 2 nachten in Évora en omgeving. En nadien langs de gewone weg, doorheen de lieflijke dorpjes van de Alentejo en de Algarve, verder naar onze vaste stek Cabanas de Tavira voor 10 dagen. Op 21 juni rijden we dan terug naar Porto waar we nog 2 nachten blijven.

De zoektocht naar logies kan dus van start gaan, het leukste aan de hele voorbereiding. Wikken en wegen, reviews lezen en herlezen, … Moest ons budget onuitputtelijk zijn dan was het heel gemakkelijk. Dan boekte ik gewoon in alle plaatsen de pousada maar helaas is dat niet het geval. Ik troost mij met de gedachte dat het voorbereidingsplezier dan ook heel wat minder zou zijn.

Rondje Vlaanderen



Ondanks het miserabele weer proberen we toch tijdens manlief zijn vrije dagen een uitstapje te maken. Vandaag werd het een rondje Vlaanderen / Vlaamse Ardennen.

We hadden er ook wel een beetje een speciale reden voor. Zoonlief runt sedert enkele maanden een grote bouwwerf in Aalst. Tot voor deze tijd had hij altijd werven op bedrijven, waar je zonder badge niet binnenkomt. De werf die hij nu heeft ligt midden in de stad Aalst, op de Hopmarkt, dus konden we rustig eens een bezoekje brengen. Ik zag hem staan bij zijn theodoliet, geconcentreerd aan het opmeten. Hij schrok wel toen ik belde en zei ‘kijk eens naar rechts’, waar wij stonden. Maar hij vond het ook wel tof dat we eens kwamen kijken. Er is nog niet veel te zien, ze zijn nog maar in het beginstadium. Maar we zijn natuurlijk supertrots dat hij zo’n project mag leiden.

Toen we aankwamen in Aalst zag het er nog erg grijs uit. Buiten eten was dan ook geen optie, want het was er ook nog eens koud bij. Dan maar binnen, bij Timeshare, een lekkere maaltijdsalade genuttigd. Nadien hebben we nog even rondgelopen in het centrum. We hadden ons vast voorgenomen een Aalsterse Vlaai mee naar huis te nemen maar zijn het helaas vergeten.

Van Aalst ging het naar Geraardsbergen. Ik was nooit eerder in deze streek geweest. Manlief wel natuurlijk, die heeft ‘De Muur’ al een paar keer ‘gedaan’ en grote stukken van de Ronde Van Vlaanderen. Eigenlijk is dit gewoon een heel mooie streek. Heuvelachtig, groen, en als je het geluk hebt wat kleine weggetjes te vinden is het heerlijk rustig rijden hier.

Geraardsbergen – Ronse is maar een klein eindje. Ronse is maar een kleine stad, het heeft een heel lelijk kaal marktplein, een enorm grote kerk (de St. Hermeskerk op de Kleine Markt) en een art-deco wijk. Helaas hadden we voor de art-deco wandeling niet genoeg tijd. Ondanks de ongezellige markt vonden we toch een gezellig terras in de zon.

Onze laatste stop was Oudenaarde. Mij ook weer totaal onbekend. Ik heb de stad direct in mijn hart gesloten. Een onvervalst Vlaamse stad met mooi marktplein met kleurige huizen en heel veel trapgeveltjes. Mooie winkels ook – ook schoenwinkels! – en op de markt het ene terras naast het andere. Daar hebben we nog even genoten van een glas cava voor we de terugreis aanvatten. Alweer een fijne dag.