Maand: augustus 2012
Doe ik het of doe ik het niet?
Vliegtuigtickets kopen voor Faro voor volgend jaar juni, bedoel ik dan. Ze staan relatief laag geprijsd en uit ervaring weet ik dat ze op een paar dagen tijd de hoogte in kunnen schieten.
Wat houdt me tegen? Ik kan niet twee weken aan een stuk op een strand of aan een zwembad zitten. Dat kan ik niet en dat wil ik ook niet. Ik wil ook nog wel wat zien. Probleem is dat we het daar ondertussen wel zo’n beetje gezien hebben allemaal. Zelfs een combi-reis zoals we de laatste twee jaar gedaan hebben zit er niet in want we hebben ook alle steden en stadjes in Portugal bezocht. Maar … we willen allebei wel heel graag naar Portugal.
Ik dub nog een dagje voort en neem straks, in overleg uiteraard, een beslissing.
Update 11u15: ik heb geboekt. De tickets waren alweer duurder geworden sinds gisteravond.
Verjaardagsdiner
Onze verjaardagen vieren we altijd op restaurant. In eerste instantie had ik enkele weken voordien voor mijn verjaardag op 19 augustus een Iens Diner Deal geboekt bij Crème Crue in Rijswijk. Het restaurant kreeg op Iens een score van 8.6, en ik las er eigenlijk alleen maar positieve dingen over. Ondertussen toch maar blijven checken op Iens – uit ervaring weet ik dat een restaurant zich wel eens laat kennen met ‘deals’, groupons en speciale aanbiedingen – en de recensies over die deal waren vrijwel allemaal slecht. Toch misschien geen goed idee om daarvoor helemaal naar Rijswijk te rijden (100 km enkel).
Plannen gewijzigd, restaurant netjes geannuleerd en verder gezocht. Uiteindelijk besloten we om nog eens een keer te dineren bij onze eigen Zilverden, konden we makkelijk lopend of met de fiets wat met het hete weer alleen maar een voordeel was. En het was best al een tijd geleden dat we er nog iets anders gegeten hadden dan de business lunch, die overigens altijd prima in orde is wat prijs/kwaliteit betreft. Wij waren er dus vrij gerust in dat het een fijne en lekkere avond zou worden …
Er was gedekt in de tuin (het was broeierig heet op 19 augustus, ook ’s avonds om 7u nog), we mochten een tafeltje voor twee uitkiezen maar toen we bijna gezeten waren kwam de jonge ober ons zeggen dat hij eigenlijk een ander tafeltje voor ons voorzien had. Jammer voor hem, maar als ik mag kiezen, dan kies ik ook! De teakhouten stoelen zijn niet echt comfortabel te noemen zonder kussentjes. Dat je wel een kussentje kreeg als je erom vroeg zagen we later bij andere gasten, maar ik vind dat ze die wel standaard op de stoelen mogen leggen. Kwestie van service. Enfin, we hebben er verder niet over gezeurd maar de toon was toch al een beetje gezet. Brood kwam op tafel, net zoals een schijf boter. Geen broodbordjes, geen botermesje. Heel vervelend als je al voor de maaltijd een sneetje brood wil eten, want waar blijf je ermee tussen het knabbelen door? Verder de eeuwige stengels en wasabinoten die daar al jaar en dag op tafel komen en waar ik echt helemaal genoeg van heb.
Voorgerecht en dessert waren goed, behalve dat bij het laatste dessertje de aardbeienmousse nog half bevroren was. Het hoofdgerecht vond ik een misser van jewelste. Rode poon op een gigantische kwak paellarijst die veel te sterk gekruid was zodat de smaak van de vis helemaal weg viel. Ik heb dan ook niet alles opgegeten, vond het absoluut onsmakelijk.
Verder liet de service ook te wensen over. Bij geen enkel gerecht werd er uitleg gegeven. Brood werd niet automatisch aangevuld en na het hoofdgerecht werden de broodkruimels niet van de placemats geveegd. Het zijn misschien kleinigheden, maar als het van in het begin al niet goed zit ga je daar wel extra op letten. Ik kan hier eigenlijk heel kort over zijn. Zilverden is niet meer wat het geweest is. Goed voor zijn business lunches, maar om echt fijn te dineren moet je hier niet (meer) zijn.
Het volgende restaurantbezoek waar ik naar uitkijk is Mijn Keuken in Wouw. Ik hoop dat ik hierover een mooier verhaal kan schrijven.
44 km in de benen
Jaja, ik heb mijn stalen ros nog eens van onder het stof gehaald. We wilden al langer eens met de fiets naar Antwerpen en vandaag was zo’n dag die daar wel geschikt voor was. De rit heen verliep voorspoedig. Op minder dan een uur zaten we al op het terras van het Felix Pakhuis. Het was er eigenlijk heerlijk rustig. Tot we aanzwellende muziek hoorden. Yep, de Antwerp Gay Pride parade kwam voorbij. Dat moesten we natuurlijk even van dichterbij gaan bekijken. Het was een heel vrolijke bedoening, met veel praalwagens en heel veel muziek a.k.a. lawaai.
Nog nooit heb ik zoveel holebi’s bij elkaar gezien, en ieder doet voor mijn part wat hij of zij wil, maar in het openbaar elkaar staan aflikken heeft niet mijn voorkeur. Niet voor homo’s en niet voor hetero’s. En al zeker niet als ze minstens 50+ zijn. Ik zal dan wel ouderwets zijn, maar ik was echt gechoqueerd. En ik heb er geen foto van!
Op de terugweg zijn we nog even langs de gloednieuwe Badboot gefietst. Ik vrees een beetje dat het, net zoals Bocadero weer iets voor een select publiek zal zijn. Er zit een restaurant bij, en een loungebar, en het ziet er allemaal zo gelikt uit dat ik jan-met-de-pet daar nog niet zie binnen gaan.
Met wind op kop hebben we de terugrit aangevat en zijn nog even bij Kandinsky in de tuin een laatste wijntje gaan drinken. Met een gevoelloos achterwerk zit ik nu in de zetel, en ik kom er niet meer uit voor de rest van de avond.
Rondje Zeeland
Het kleine reisverslag
Zo’n maand geleden, toen het weer in onze contreien bar en boos was, besloten we hals over kop om tijdens onze twee weken vakantie begin augustus toch nog maar een week weg te gaan. Twee weken thuis zitten … niks voor ons.
Bretagne zou het worden, want daar waren we nog nooit geweest. Ik kreeg dan ook toevallig nog een mooie aanbieding binnen van de Relais du Silence keten en het hotel was snel geboekt. Eigenlijk een beetje té impulsief moet ik achteraf toegeven. Ten eerste is het een lange rit (890 km), ten tweede is het weer er zeker niet stabiel en ten derde had ik mij op voorhand niet ‘ingelezen’, dus ik wist eigenlijk nauwelijks wat ons te wachten stond.
Zo vertrokken wij op zaterdag 28 juli naar Bretagne, met een tussenstop in Caen (Normandië), want 890 km in één dag, daar denken we zelfs nog niet aan. Caen was mooi, een gezellig stadje met een mooie kern, veel winkels met solden van 70% en veel terrasjes. Monumenten ook uiteraard en prachtig onderhouden parken.
Ik had vooraf een restaurantje uitgezocht, eentje met een bib gourmand die goeie punten kreeg op Tripadvisor en op L’Internaute, en waar we ook heerlijk hebben gegeten ’s avonds. Moesten we nog eens in Caen geraken, dan kan Le Bouchon du Vaugueux op onze klandizie rekenen! Een 4-gangen keuzemenu voor 28 euro, dat vind je hier al lang niet meer.
De volgende morgen deden we nog even Bayeux aan. We hadden helaas geen tijd om de beroemde tapisserie te gaan bezoeken, maar we zijn wel in de kathedraal geweest. Er was een dienst bezig, dus veel hebben we niet gezien. Uiteraard hebben we ook daar nog wat gegeten ’s middags alvorens onze reis verder te zetten naar Plonévez-Porzay.
Na een hele middag rijden over langzame D-wegen – ik vond het heel ver, en er zijn geen autosnelwegen in Bretagne – vonden we na enig zoeken de Manoir de Moëllien. Het is zo afgelegen dat het zelfs niet met de GPS te vinden is. Dat was wel mooi, want de manoir was zeer rustig gelegen. Het is een imposant bruut gebouw in de lokale donkere kalksteen dat oorspronkelijk dateert uit 1642. Er zijn nog diverse originele elementen terug te vinden in het restaurant, in de salon en in de ontbijtkamer. De kamers zijn in de bijgebouwen gelegen en ze zijn vrij sober maar alles wat een mens nodig heeft was er, de bedden waren prima en het was er kraakproper.
Gezien dit een budgetvriendelijke reis moest worden – we zijn nauwelijks een maand terug thuis van drie weken Portugal – had ik hier half-pension geboekt. Iedere avond was er een vast 4-gangenmenu maar voor de moeilijke eters onder ons (moi, onder andere) was er voor iedere gang een alternatief voorzien. Zo hoefde ik geen terrine de lapin te eten, noch foie gras. Het hoofdgerecht bestond meestal uit vis en die was altijd prima. Half-pension was sowieso geen slechte keuze, bleek al snel. De manoir ligt namelijk zo afgelegen dat je al snel een kilometer of twintig moet rijden tot het dichtsbijzijnde stadje. Vergeet dan de lekkere Franse wijntjes maar!
We hebben veel gezien, o.a. de prachtige rotskusten aan Pointe du Raz, Pointe du Van, Pointe du Pen-Hir, enz. waar we enkele flinke wandelingen hebben gemaakt tussen de overdadige bloemenpracht.
Maar ook de stadjes in de buurt zoals Locronan (een ghost-stadje met veel toeristen overdag, maar zo dood als een pier ’s avonds), Concarneau wat me wat deed denken aan Carcassonne, Douarnenez bekend van de sardienenvangst, Quimper bekend van het – helaas – peperdure aardewerk, Brest waar we op een regenachtige voormiddag met duizenden andere toeristen Océanopolis bezocht hebben, enz. Wat wij vooral heel spijtig vonden waren de enorme afstanden die we telkens moesten afleggen om ergens te komen. Tenminste, in afstand was het allemaal niet zo ver maar de tijd die we onderweg waren op die kleine wegen was er soms te veel aan. En dan het weer dat niet altijd mee wou werken.
Zodoende zijn we wat eerder teruggekomen dan gepland. De bosrijke omgeving en de grijze ruwe architectuur in combinatie met guur weer – regen en wind – maakten ons wat mistroostig. Wij vonden het niet echt een vrolijke streek, ondanks de vele bloemen aan de huizen en de typische ‘bleu breton’ luiken overal. Maar goed, we zijn er weer eens een kleine week tussenuit geweest en we kijken alweer uit naar het volgende …
Alle foto’s op Facebook.