Chauvinisme?

Uitspraak: [ʃoviˈnɪsmə]
Betekenis: (onder andere) voorliefde voor eigen volk

Laatst zaten we op een terras in Zoutelande, toevallig een hele hoek Vlamingen bij elkaar. Dat was tijdens de Tour de France, in de dagen dat Wout Van Aert zo goed bezig was.

Het geanimeerd gesprek ging over de koers en over het komende WK in Yorkshire. Dat het een spannende wedstrijd zou worden met de twee veldcrossers – van Aert en van der Poel – die zouden deelnemen. En dat Wout van Aert mag winnen!

Ik, onnozele die ik ben, zei dat ik hoopte dat van der Poel zou winnen.

Mensenlief, wat een boe-geroep kreeg ik over mij heen.

Toch genen Ollander zeker!!!!

Waarom niet? Die jongen rijdt niet alleen fantastisch, ik hou ook van zijn eenvoud, zijn speelsheid, zijn plezier in wat hij doet. En hij is bovendien ook maar een halve Hollander want hij woont al heel zijn leven bij ons in het dorp.

Maar dat doet er niet toe. Al kwam hij van Timboektoe, ik ben fan.

En dat het wielrennen leeft onder de Vlamingen, dat was daar wel heel duidelijk.

Naar zee

Laat ik het ook nog eens even over de hitte van vorige week hebben.
Die is gelukkig voorbij. Ik kan er echt niet meer tegen Ik geraak in een mum van tijd oververhit en mijn hart slaat op hol. Mijn vader had net hetzelfde: hoe ouder hij werd, hoe slechter hij er tegen kon. Zal dus wel genetisch bepaald zijn.

In tegenstelling tot mijn lieve echtgenoot die donderdag, bij een temperatuur van 39 graden, in de volle zon het tuinhuis stond af te schuren. Dan ben ik toch echt wel een tikkeltje jaloers. 

 Vorige week donderdag had ik het helemaal gehad. Ik was de hele week niet buiten geweest. ’s Morgens in alle vroegte snel even boodschappen doen en voor de rest van de dag binnen zitten. Niet echt iets voor mij, maar naar buiten gaan in die hitte was geen optie. En gelukkig was er de Ronde.

Toen weerman Frank donderdagavond frisser weer (25 graden) aankondigde aan de kust voor vrijdag, wisten we al wat we vrijdag zouden doen: de hete zandgrond van de Kempen ontvluchten en naar zee!
We vertrokken thuis met 28 graden en hoe verder we richting zee reden, hoe warmer het werd. Het zal toch niet waar zijn!!! Zo’n kilometer of vijf van de kust begon de temperatuur dan toch te dalen en toen we aankwamen in Vlissingen rond een uur of elf was het effectief een zalige 25 graden en er stond een briesje.
Fietsen van de auto geladen, koffie gaan drinken op ons vast terras op de boulevard en de veerboot genomen naar Breskens.
We zouden niet verder fietsen dan Cadzand want met de wind op kop – het ‘briesje’ was in feite een flinke bries – had ik het toch wel heel erg lastig. En ondertussen was de temperatuur al geklommen tot 30 graden. Voor mij alweer veel te warm om te fietsen. Een lange lunch dan maar. Dat vinden wij nooit verkeerd. 😉
Op de terugweg hadden we geluk. De wind was niet gedraaid – dat gebeurt ons namelijk al eens – en in een recordtijd stonden we terug aan de boot.
Het was best nog wel een warme dag, maar met bijna 30 graden nog altijd 10 graden koeler dan thuis. We hebben er weer van genoten.

Mijn plek onder de zon

Ik ben zo blij dat ik woon waar ik woon. Ik ken eigenlijk niemand die uit ons dorp is weggegaan omdat hij/zij er niet graag woonde. Ik ken wel veel mensen die weg zijn gegaan en na een tijd zijn teruggekomen. Waaronder mezelf.

Na ons huwelijk, in 1976, hebben we drie jaar aan de rand van de stad gewoond. Leek ons praktischer in verband met werk omdat ik toen in Antwerpen werkte en mijn man met de bedrijfsbus naar zijn werk kon.

Toen ik na een paar jaar van werk veranderde en het praktische van de stadsrand wegviel, was de keuze snel gemaakt: terug naar de natuur, naar mijn roots … En dat is wel zeer letterlijk te nemen want we zijn uiteindelijk geland op 50 meter van mijn ouderlijk huis. Een huis met een tuin – niet te groot en niet te klein – aan de rand van het dorp, midden in het groen. Voor mij bekend terrein, voor mijn man een totaal nieuwe omgeving want hij is afkomstig van de stadsrand. 

Toen we jong waren vonden we natuur en rust een beetje saai. In ons dorp viel er ook niet veel te beleven. De stad, cinemake doen, theater, concert meepikken, … dát was het leven. En dat is was ook tof. We gaan nog graag af en toe eens naar de stad. Een half uurtje rijden (of 20 minuten treinen) en we staan in hartje Antwerpen. Maar hoe tof is het niet om na een dag in de stad weer in de rust van het platteland te komen en stilte te ervaren. Hoe ouder we worden, hoe meer we dat appreciëren.

Zeg nu zelf, op 2 minuten fietsen staan we op de heide (*). De bossen, de vennen, de duinen, … mooi in elk seizoen.

Heide voor blog//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Lente, zomer, herfst, winter op de Kalmthoutse heide
(*) Officieel 3* stiltegebied sinds oktober 2016.

Maar ook ons ooit zo rustig landelijk dorp is ten prooi gevallen aan projectontwikkelaars. De dorpskern wordt in sneltempo volgebouwd met appartementen. Op het terrein waar vroeger één villa stond, staat er nu een blok met maar liefst 17 luxe appartementen en 8 winkelpanden. Ik wil best begrijpen dat we mettertijd allemaal kleiner – en meer ‘op elkaar’ – moeten gaan wonen maar appartementen van dit kaliber zijn helaas alleen voor de happy few. En al die winkelpanden raken nooit verkocht. Er is nu al zoveel leegstand.

Petities gingen en gaan rond om deze evolutie tegen te houden. Helaas geldt de wet van de sterkste en het bouwen gaat onverminderd voort. Alles om de aangekondigde betonstop voor te zijn. Ons landelijk dorp van weleer is een dorp met een stads kantje aan het worden.

Maar wij wonen hier graag, we gaan hier nooit meer weg. En de heide en de bossen blijven gelukkig zoals ze zijn. Daar zullen we altijd rust en ruimte vinden.

Weekend Leiden

Vorig weekend hebben we met een grote vriendengroep drie dagen doorgebracht in Leiden. Een weekend met een portie cultuur, natuur, eten en drinken en vooral heel veel leute en plezier. ‘Avondlijke’ wandelingen inbegrepen!

Zoals je van mij gewend bent: ik ben beter met beelden dan met woorden, dus VEEL beelden en weinig woorden.

Ik hou van steden met water en daaraan heeft Leiden geen gebrek. En dan doel ik niet op de gigantische wolkbreuk waarmee we verwelkomd werden op vrijdag. Neen, ik bedoel de waterlopen, de grachten en de vele bruggetjes die de stad rijk is.
Tijdens onze wandeling met de stadsgids leerden we over Rembrandt en de Gouden Eeuw, over Leids laken, over de ontzetting van Leiden, over de Hofjes en nog veel meer. Dat weekend vonden toevallig ook de Leidse Rembrandtdagen plaats. Leiden ging zomaar even 350 jaar terug in de tijd. In heel de binnenstad brachten honderden figuranten in authentieke kleding Leiden terug naar de periode dat Rembrandt er woonde. Hiervoor was er een speciale Rembrandt-wandeling uitgezet met onderweg taferelen uit de 17de eeuw. Mooi gedaan en eens tof om mee te maken.
Een museumbezoek kon natuurlijk ook niet ontbreken. Er was gekozen voor Museum De Lakenhal omdat de Vlaamse kunstfotografe Karin Borghouts, nicht van een van onze groepsleden, de opdracht had gekregen om tijdens de renovatie van het museum de werkzaamheden te fotograferen. Haar bijzondere foto’s hangen in een van de tentoonstellingsruimtes en de uitleg werd ons gegeven door Karin zelf. Later kregen we nog de kans om de andere collecties van het museum te bezoeken.
Collage 2019-07-15 16_01_38//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

We bleven pech hebben met het weer, al werd het wel droog toen we vertrokken voor onze zondagse ochtendwandeling in de Hortus Botanicus, de oudste plantentuin van Nederland die al sinds de 16de eeuw bestaat. De Hortus is een mooie tuin die onderverdeeld is in thematuinen met veel afwisseling: bomen, planten, bloemen, kruiden, …
Zondagnamiddag stond er een boottocht op de Kagerplassen op het programma. De Kagerplassen bestaan uit 12 verschillende meren die omzoomd zijn door een netwerk van kleine rietsloten en vaarten. Tussen en om deze meren bevinden zich diverse eilandjes en polders met veel oude molens en hier en daar een boerderij. Het werd een ontspannen boottocht en tevens het einde van ons weekend.

collage//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Zomer

zomer …

… lange zonovergoten dagen
… eindeloze zwoele avonden
… ijsjes eten om af te koelen
… koele drankjes 
 De werkelijkheid dezer dagen ligt enigszins anders.
16 graden kan je bezwaarlijk ‘warm’ noemen.
Of toch?
Jawel hoor!
Met de haard aan is het lekker warm in huis.
En het grauwe en het grijze verdwijnt dankzij de vele kleurrijke bloemen op ons terras en in de tuin.
Maar laat nu de zomer toch maar komen.

Een kwaaie peuter

De dag nadat we terug kwamen uit vakantie hadden we gevraagd aan zoon & schoondochter of we onze Kleine Man ’s middags mochten gaan afhalen op de crèche. We hadden hem tenslotte al drie weken niet meer gezien. Toch niet live. En dat mocht!

Ik bel om één uur om te horen of meneertje al wakker is van zijn middagdutje want hij had ’s nachts slecht geslapen. Neen, hij was nog niet wakker maar de juf zou ons bellen.

Kwart over twee belt ze en wij springen in de auto.

We komen aan het klasje en, gewoonlijk, zodra hij ons in het vizier krijgt, laat Kleine Man dan vallen wat hij vast heeft en spurt op ons af. Deze keer bleef hij netjes op zijn stoeltje aan tafel zitten. Zoals alle andere kindjes. De juf roept hem: ‘kijk Wannes, opa en oma’. Hij kijkt, maar verroert geen vin. Met dat ze hem van zijn stoeltje wil pakken laat hij zich languit op de grond vallen en begint hij te krijsen.

ETEN! ETEN‘, roept hij. Wij schrokken eerlijk gezegd wel want zo hadden we hem nog nooit gezien. Blijkt dat het net het ‘fruitmoment’ was. Slechte timing van opa en oma!

Gelukkig weten de juffen hoe ze dat moeten aanpakken. Snel werd er een banaan voor hem gehaald en zijn gezichtje klaarde helemaal op. Met de manaa stevig onder zijn arm geklemd verliet hij als een blij kindje zijn klasje. Opa en oma ook blij omdat Kleine Man weer zijn vrolijke zelf was. 👶

Ouder worden

Ouder worden, dat gaat vanzelf. Ik heb altijd gedacht dat ik daar geen moeite mee had en in mijn hoofd heb ik daar ook weinig of geen moeite mee. Ik mag dan wel (bijna) vijfenzestig zijn, ik voel me geen vijfenzestig. Of beter: ik weet niet hoe je je als vijfenzestigjarige moet voelen. Ik voel me goed in mijn vel. Ik ben nog altijd heel erg op mijn gemak bij jonge mensen, meer dan bij ouderen.

Helaas lijkt de aftakeling toch wel begonnen nu. Mijn geheugen is niet meer wat het ooit was. Dingen uit een ver verleden weet ik nog perfect te reconstrueren. Recentere zaken zijn veel moeilijker. Ik vrees echt de dag (10 september) dat de Spaanse les terug begint en hoop dat de twee jaren studie niet voor niks zijn geweest.

Nog zo’n voorbeeld. Ik ga naar mijn laptop om iets op te zoeken en tegen dat ik hem open heb weet ik echt niet meer waarvoor ik kwam.

Fysiek is het helemaal een kleine ramp. Het kan altijd erger, dat weet ik ook wel, maar waar ik tot een jaar geleden nog fris en fruitig als een jonge olifant de trap op en af denderde, gaat dat nu aan een veel gezapiger tempo. Is deels ook wel te wijten aan mijn overgewicht, maar toch.

Op mijn knieën zitten? Kan ik niet meer. Als ik me na 50 km fietsen (elektrisch, welteverstaan) op een terras neervlei en ik sta na een half uur terug op … man, man, niet normaal hoe stijf die knieën zijn!

Recht komen vanuit hurkstand, wat wel eens gebeurt als ik met onze Kleine Man aan ’t spelen ben, lukt alleen als ik een steun heb waar ik mij aan op kan hijsen. Of die mij omhoog kan trekken. Manlief meestal. 😉
De Franse toiletten die we tijdens onze afgelopen vakantie in Italië nog hier en daar tegenkwamen … niet simpel om recht te geraken!

Artrose in mijn (voorlopig alleen) linkerhand … gaat er ook niet meer op verbeteren.

Gelukkig zijn er nog veel dingen die ik nog wel kan. En ik blijf eraan werken om zo lang mogelijk fit te blijven, geestelijk en lichamelijk.  

De vakantie

Grüezi mitenand!
Grüessech!

In dit Schweizerdeutsch (Schwyzerdütsch), dat soms moeilijk te verstaan is, werden wij vaak begroet in het mooie Zwitserland. Gegroet samen! Ik groet u!

Ik groet jou, lezer, en ik wil je vertellen over de mooie reis die wij gemaakt hebben. Eens iets totaal anders want normaal trekken wij zuidwaarts in juni: Zuid-Frankrijk, Spanje, Zuid-Italië, Portugal, … Ik heb vroeger, toen ik nog met mijn ouders op vakantie ging, genoeg bergen gezien voor de rest van mijn leven. Dat zei ik tenminste altijd.

En dan was daar toch plots die goesting om nog eens naar Zwitserland te gaan. En toen vond ik op het wereldwijde web ook nog eens een hele mooie route: de Grand Tour of Switzerland. Die zouden we gaan rijden, en we zouden er drie weken over doen. Alleen bleek al gauw dat dit financieel niet haalbaar was. Hotels zijn pokkeduur, en niet alleen hotels! Daarom hebben we ervoor gekozen om delen van Zwitserland waar we vroeger al geweest waren over te slaan en de meeste nachten in Italië te verblijven. Niet al te ver van de grens zodat we toch Zwitserland konden zien zonder er te moeten logeren.

Rondje Vierwaldstättersee : Luzern - Beckenried - Vitznau - Weggis - Küssnacht - Luzern//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

De eerste dag (5 juni) zijn we meteen tot in Luzern gereden. Dat ging vrij vlot. Regen tot in Luxemburg en daarna zon en (heel) warm. Aangekomen bij het hotel konden we nog heerlijk op het terras eten bij een temperatuur van 29 graden.

Dat was de volgende dag wel anders. 15 graden wees de thermometer aan en het was grijs maar droog. Goed weer voor een stadswandeling in de voormiddag. Luzern is een aangename stad waar veel te zien is. En het is ook de ideale locatie voor uitstapjes in Centraal Zwitserland.

DSCN1939//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

In de namiddag hebben we de auto genomen voor een rondje Vierwaldstättersee: Luzern – Beckenried – Vitznau – Weggis – Küssnacht – Luzern. De zon kwam ook nog piepen toen we aan de voet stonden van de Mont Rigi met zijn besneeuwde toppen. Wat is het Berner Oberland mooi!

Rondje Vierwaldstättersee : Luzern - Beckenried - Vitznau - Weggis - Küssnacht - Luzern//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Vanuit Luzern, waar we vier nachten verbleven, hebben we ook nog uitstappen gemaakt naar de Thunersee en de Brienzerzee. Het was er overal nog erg rustig en Brienz is gezellig en typisch Zwitsers, en zalig om te wandelen aan de meren. Interlaken was ook mooi, en Lauterbrunnen waar we zaten te picknicken op een plekje aan een waterval met vol zicht op de Jungfraujoch.

Lauterbrunnen//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Op onze laatste dag in Luzern zijn we ’s avonds nog eens de stad in geweest. Het was prachtig weer en zo heb ik toch nog zonnige foto’s van de Kapellbrücke, het uithangbord van Luzern. Voormiddags zijn we nog naar Schaffhausen gereden voor de Rheinfall. Daar hebben we als echte toeristen een boottochtje geboekt voor een paar rondjes op de Rijn tot vlakbij de denderende waterval. Echt wel de moeite. Maar druk, druk, druk, …

Schaffhausen, Rheinfall//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Luzern, Kapellbrücke//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

We hebben ook nog Stein am Rhein bezocht, een middeleeuws stadje met mooi beschilderde huizen. We waren in de buurt want het was maar een klein eindje rijden vanaf de Rheinfall. Echt wel om je ogen uit te kijken. Manlief wou nog naar Burg Hohenklingen stappen maar dat was mij te veel klimwerk.

Stein am Rhein//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

We hadden gepland de Vier-passen route te rijden (Grimsel, Gotthard, Nufenen, Susten), maar drie van de vier passen waren nog niet open vanwege sneeuw en risico op lawines. En dat half juni!

O ja, in Zwitserland picknickten we ’s middags omdat de prijzen van eten en drinken daar echt over de top zijn. Vijfentwintig Zwitserse frank (22.50 euro) voor een eenvoudige spaghetti, zes frank (5.40 euro) voor een flesje bruiswater van 33 cl. Minimum acht frank (7.20 euro) voor 100 cl lokale wijn. Honderd centiliter … drie slokken en het is op! We hadden een koeltas bij en in al onze hotels hadden we een koelkastje op de kamer. Picknickvoorzieningen zijn ook prima in Zwitserland. Mooi gelegen in de natuur, heel verzorgd en altijd met een proper sanitair blok. En de Coop in de dorpen heeft lekker vers brood en een keur aan beleg, salades, fruit, … We zijn niets tekort gekomen!

Vanuit Luzern hadden we een lange rit voor de boeg naar onze tweede verblijfplaats, Bormio. In vogelvlucht misschien 20 km van de Zwitserse grens. Maar met vogelvlucht ben je niks als je met de auto bent. We wilden de route van de Grand Tour volgen en zijn dan via Appenzell, Liechtenstein en de Flüelapas gereden. De Appenzell regio is weer heel anders mooi. Het is er groen met veel koeien in de weiden. En ze hebben er lekkere kaas! In Vaduz is niks te zien buiten een oude ruïne. Maar goed, we zijn eens in Liechtenstein geweest.

Appenzell//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Appenzell//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Op tien kilometer van onze bestemming, op het hoogste punt van de Umbrail pas, stonden we plots voor een gesloten bareel: het laatste stuk van de Stelviopas waar wij over moesten, was nog niet open. Geen verwittiging voor we aan de pas begonnen, ofwel hebben we die niet gezien. In ieder geval, we moesten twee passen terug – in de plensende regen dan nog – en hebben daar zeker twee uren verloren.

Flüelapas//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

De volgende dag was het geen te beste weer. Het was de bedoeling dat manlief een fiets zou huren om de Stelvio te rijden, maar het was zo koud en er stond zoveel wind, het zou niet verantwoord geweest zijn. We hebben dan maar het stuk Stelvio pas met de auto gereden tot zo ver we konden.

Bormio in de zomer stelt niet veel voor. Zeker niet bij slecht weer. Maar het hotel had een wellness, dus hebben we ons daar enkele uren vermaakt tot het opklaarde en we nog een kilometer of tien gewandeld hebben. En lekker geaperitiefd en gegeten in het stadje, aan prijzen waarvan we in België alleen maar kunnen dromen.

Stelviopas//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Op dinsdag 11 juni vervolgden we onze reis en zijn we voor vijf nachten naar het Gardameer getrokken waar we logeerden in Colombare (Sirmione). Het was er drukkend warm toen we aankwamen en dat is tijdens de hele periode niet veranderd. Zeer onaangenaam weer met zon en veel bewolking.

De reden dat ik nog eens naar het Gardameer wou is puur sentimenteel. Daar hebben manlief en ik onze eerste vakantie samen doorgebracht. Met mijn ouders, ik mee in het gehuurde vakantiehuis en hij in een tentje in de tuin … zo ging dat in het jaar 1974.

Lago di Garda, Sirmione//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Het Gardameer viel tegen. Niet alleen vanwege de hitte, maar je struikelt er over de toeristen. En vrijwel alle stadjes lijken op elkaar. Had ik dat op voorhand geweten, dan had ik daar twee nachten minder geboekt.

Vanuit Sirmione hebben we een dagtrip gemaakt naar Verona. Een stad die ons heel erg meegevallen is. Veel te zien ook. Ik heb nood aan de combinatie cultuur/natuur tijdens mijn vakantie. En die portie cultuur vonden we onder andere in Verona.

Verona//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Tijdens ons verblijf aan het Gardameer kwam er nog een fijne verrassing. Vrienden van ons waren onderweg van Trente naar Padua en zouden zo goed als voorbij het Gardameer komen. Zij een stukje omweg, wij een stukje rijden en samen heerlijk lunchen en bijpraten in Lazise (wat trouwens wel een aangenaam stadje is.

Zondag 16 juni uitgecheckt en naar Cannobio-Traffiume, nog net aan de Italiaanse kant van het Lago Maggiore. Hoewel het zondag was, was het heel druk op de baan en we zijn lang onderweg geweest. Angelo, de eigenaar van onze B&B, stond al op de uitkijk!

Lago di Garda, Limone//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Hier wilden we toch wel weer wat actiever zijn. Dus stonden we de volgende morgen al vroeg – vanwege de warmte – aan de Villa Taranto om de tuinen te bezoeken. Machtig mooi en we waren de drukte voor. Na de tuinen hebben we in Baveno de ferry genomen naar de Borromeo eilanden. Op Isola Bella hebben we de barokke Villa Borromeo en de schitterende tuinen bezocht. Zeker de moeite. En op Isola Pescatori hebben we lekker gegeten.

Isola Bella//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

De volgende dag hebben we de Centovalli gereden. Dat is een gebied van – de naam zegt het – 100 valleien en je slingert er duizelingwekkend hoog tussen de pijn- en kastanjebomen. Er wordt aangeraden deze rit met de trein te doen (van Locarno naar Domodossola en terug langs dezelfde weg) omdat de wegen smal zijn en heel erg bochtig. Maar wij rijden graag en wij hebben geen schrik van wat bochten. Omdat wij vanuit Cannobio vertrokken konden we er een loop van maken en hebben we er ook nog de Valle Cannobina en de Valle Vigezzo bij gedaan. Misschien wel de mooiste rit van de hele vakantie. Je komt er ook door kleine dorpjes, soms wonen er maar twintig mensen. Daar krijg je nog een lekkere cappuccino voor 1.30 euro.

Centovalli//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Aan het einde van onze rit, in Locarno, zijn we doorgereden naar Bellinzona waar we de Tre Castelli ge-/bezocht hebben. Drie middeleeuwse kastelen, UNESCO werelderfgoed. We hebben ze trouwens alleen aan de buitenkant gezien want in één van de kastelen was er een tentoonstelling die ons niet aansprak, voor het andere kasteel waren we te laat en het derde hebben we door wegenwerken en onduidelijke omleidingen niet gevonden.

Bellinzona, Castello di Montebello//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

We zijn ook nog naar Andermatt geweest, via de Gotthard pas. Langs de nieuwe pas heen, langs de oude pas terug. Prachtig! In Andermatt zelf was veel nog gesloten. Het is een typische wintersportplaats. Het stadje ligt op 1447 meter, de temperatuur was er dus wel zalig. Zon en zuivere berglucht, ik voel dat direct.

Gotthardpas//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Dat was ook zo in Saas-Almagell (1672 m hoogte) waar we de volgende drie nachten zouden verblijven. Heerlijke frisse berglucht daar in de hoge Alpen. Als hotelgast in het Saasdal krijg je een Gästekarte waarmee je gratis (*) de gele postbussen en de kabelbanen kan nemen. Daar hebben we natuurlijk gretig gebruik van gemaakt. De gele postbus bracht ons o.a. naar Saas-Fee waarna we door het woud teruggewandeld zijn naar Saas-Almagell.

(*) Gratis … niks is gratis. De verblijfstaks is hier zeer hoog met 7 euro per persoon per dag, terwijl dat op andere locaties maar tussen de 1,5 en 2 euro pppn was.

Wandeling Saas-Fee naar Saas-Almagell//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

En ook een keer met de bus naar Saas-Grund, dan met de kabelbaan naar Triftalp waar toevallig die dag de koeien naar de alp gebracht werden waar ze de rest van de zomer verblijven. Er wordt daar zo’n klein feestje rond gebouwd voor de bewoners en de schaarse toeristen. Leuk om eens mee te maken.

Triftalp//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Nadien verder met de kabelbaan naar Hohsaas op 3140 meter hoogte. Daar hebben we ons na een kleine wandeling (veel te veel klimwerk voor mij) in het bergrestaurant in de zon gezet met een dure cappuccino om te genieten van de 18 besneeuwde vierduizenders rondom ons. In de verte zagen we de zomerskiërs hun ding doen. Het was er overweldigend mooi!

Kabelbaan Hohsaas//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Daarna afgedaald met de kabelbaan naar Kreuzboden voor een mooie wandeling ‘Wellness & Genussweg’. We hoopten gemzen en ‘Murmeltiere’ te zien maar het is bij wat keutels gebleven.

Dit was een ‘leichte’ wandeling, maar ik begrijp nu dat ‘leicht’ niet persé ‘vlak’ hoeft te betekenen. Het was klimmen en dalen maar wel over goed begaanbare paden. En er was wat afwisseling onderweg onder de vorm van ligbedden, een fit-o-meter, een hangbrug, … Echt een leuke wandeling.

Kreuzboden, Wellness- und Genussweg//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Verder zijn we ook nog naar Grimentz geweest. Grimentz behoort tot de mooiste dopen van Zwitserland met zijn historisch centrum met houten huizen uit de 17de eeuw die nog steeds bewoond worden.

Grimentz//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Onze laatste twee nachten zouden we doorbrengen aan het Meer van Genève, maar dat verblijf heb ik geannuleerd. Het was genoeg. We wilden allebei graag naar huis. Het facetimen met onze Kleine Man zal hieraan niet vreemd geweest zijn.

Maandag 24 juni zijn we dan in één trek terug naar huis gereden, een stuk met de Lötschtunnel autotrein naar Kandersteg. Ik vond het maar akelig in die lange donkere tunnel. Van Kandersteg, waar ik ook nog wel een keer naar terug wil, verder naar Basel en dan maar scheuren over de Duitse Autobahn. Heerlijk!

Lötschtunnel autotrein//embedr.flickr.com/assets/client-code.js

Wat zeker zal bijblijven is dat we tijdens heel deze reis heel veel Baustellen en Stau hebben getrotseerd!

Info voor mezelf:
aantal km gereden: 4.587 km gereden deur tot deur
aantal km gewandeld: 97 km.

Weer:
Van alles wat.
Berner Oberland: een dag bewolkt en de rest volle zon. Heerlijk weer!
Bormio: bewolkt, klein beetje zon.
Gardameer: veel zon met bewolking en heel zwoel. Onaangenaam weer.
Lago Maggiore: veel zon met wat wolken maar toch al aangenamer dan aan het Gardameer.
Wallis: een dag bewolkt en de rest volle zon. Heerlijk weer!

Hotels:
4 nachten: hotel Felmis, Horw-Luzern
2 nachten: hotel Baita dei Pini, Bormio
5 nachten: hotel International, Colombare-Sirmione
5 nachten: B&B Locanda dei Pini, Traffiume-Cannobio
3 nachten: hotel Mattmarkblick, Saas-Almagell

Zoals altijd: hotel reviews op Tripadvisor en alle (veel te veel) foto’s op Flickr.

Wandelschoenen aan!//embedr.flickr.com/assets/client-code.js