Februari

“Februari is nooit zo fel, of ze heeft zijn drie zomerse dagen wel”.

Of ik het nu echt zomerse dagen kan noemen??? De zon heeft vaak geschenen, meer dan de beloofde drie dagen, dat wel, maar wat was het soms kouuuud!

Zonsopgangen zijn, vanwege het vroege uur, aan mij niet besteed maar een mooie zonsondergang kan ik erg appreciëren. En die kregen we!

In tegenstelling tot januari is februari voorbij gevlogen. Dat komt natuurlijk omdat we nogal uithuizig waren.

Begin van de maand waren we twee dagen in Amsterdam.

We gingen in Renesse naar het straô rieën kijken en afsluiten deden we met een heerlijke lunch bij Bistro Zeelandia in Colijnsplaat. Altijd goed daar!

Op een van de zonovergoten dagen hebben we een stadswandeling gemaakt in onze eigen mooie stad.

We hebben ook wat geklust in huis, onder andere een muur in de hall geverfd om het groot eigen werk van schoonbroer een mooie plaats te geven.

Ik had best veel lunch dates met vriendinnen, en ook met manlief. Kan ik altijd héél erg van genieten.

En we zijn naar de cinema geweest. Eerst naar Close, een film van een Belgische regisseur, al veel prijzen gewonnen en genomineerd voor een Oscar. Terecht, want het was een prachtig aangrijpend drama met briljante jonge acteurs.

En vorige week zagen we Zillion, ook een Belgische productie. Als film niet slecht maar totaal niet mijn wereld. Nooit geweest ook.

We pikten ook nog een concert mee van Julien Clerc waarover je hier al kon lezen.

En tijdens de themamiddag van Klankbord was me gevraagd om deel uit te maken van de werkgroep om de bijeenkomsten mee te organiseren, nieuwsbrieven op te stellen, een website op poten te zetten, enz. Zo’n “werk” ligt me wel en de eerste brainstormsessie is achter de rug.

Er waren ook minder prettige dingen. Zo was er weer een letsel in mijn mond dat er niet hoorde. Een kleine doch pijnlijke zoveelste ingreep was het gevolg. Het weggesneden weefsel werd opgestuurd voor onderzoek. Afwachten dus. Wel jammer dat het gebeurde op een moment dat ik de toekomst weer wat rooskleuriger zag. Ik ga er verder niet over zeuren, dat heeft geen zin. Ik wil me focussen op het positieve en er was heel veel positiefs de afgelopen maand.

Terwijl je dit leest zijn wij op vakantie in Oberbayern. Ik had zin in een weekje sneeuw. Kwestie van eens iets anders te doen. Daarover lees je uiteraard zodra we terug zijn.

Geduld

Gisteren werd mijn geduld nog eens danig op de proef gesteld.

Ik had al een paar dagen het gevoel dat ik een urineweginfectie aan het krijgen was. Gewoonlijk gaat het snel over als ik een kuurtje met Uricran Forte doe. Ik neem sowieso dagelijks een tablet Uricran regular om urineweginfecties te voorkomen.

Helaas liet de Uricran Forte me in de steek en moesten er straffere middelen aan te pas komen. Een afspraak bij mijn huisarts lukte niet meer op vrijdag, maar geen nood … je kan in het weekend bij de huisartsenpost terecht.

Zo gezegd, zo gedaan.

Al toen ik er incheckte om 11u15 zag ik dat het iets van lange duur zou worden. Ik denk dat er wel veertig patiënten in de wachtruimte zaten. En er zijn altijd maar twee artsen van dienst.

En ik had niet eens mijn eReader bij. Help!

Gelukkig vind ik het ook niet erg om mensen te observeren. En er waren kindjes die de boel entertainden Ook altijd plezant.

Om 13u30 was het mijn beurt. Het was een goede oefening in geduld.

Hopelijk doet de Monuril wat hij moet doen en is de infectie snel weg.

Julien Clerc

Zaterdag beleefden we een avond nostalgie. We woonden een concert bij van Julien Clerc, een van mijn grote idolen toen ik pakweg een jaar of veertien, vijftien was. Al zijn chansons kon ik meezingen.

De tickets had ik geheel impulsief gekocht toen ik tijdens een van mijn vele slapeloze nachten wat op mijn laptop aan het tokkelen was en reclame van De Roma zag voorbij komen.

In de early ’70s was Julien een knappe donkerharige krullenbol, nu is hij een knappe rijzige en grijzige ‘oudere’ man (75) met nog altijd fantastisch mooie looks. Goede genen!

Het was een mooi concert, akoestisch en ‘klein’ met alleen een pianist en een gitarist. En Julien zelf vaak aan de vleugel. En toch bleef ik een beetje op mijn honger zitten want ik volg hem niet meer de laatste jaren. Ik merkte het ook aan de zaal. Tijdens zijn nieuwe nummers bleef het stil ; tijdens zijn oudere nummers werd er vlot meegezongen. Het overgrote deel van het publiek was dan ook van onze leeftijd.

Toen hij Coeur de rocker inzette (een nummer uit 1983) veerde de zaal recht en werd het toch nog een echt feestje.

Papierkunst

Ik heb het al eens eerder gehad over mijn creatieve schoonbroer.

Toen we bij hem waren op het nieuwjaarsfeestje had hij voor elk van zijn broers en zus een verrassing: we mochten een werk kiezen uit zijn onverkochte collectie. Hij heeft zelf geen plaats meer om werken op te hangen en gaat aan iets totaal anders beginnen. Wat, dat blijft nog een verrassing.

Wij kozen voor Sunrise, een groot driedelig werk in papierkunst in felle kleuren (ik krijg de kleuren niet goed op de foto).

Het is zeker niet ieder zijn ding, maar wij vinden het mooi en zijn er heel blij mee. Het fleurt onze hall helemaal op.

Antwerpen (1)

Gisteren maakten we deze stadswandeling doorheen het Schipperskwartier in Antwerpen onder een stralende zon.

Gazet van Antwerpen publiceert wel vaker 10.000-stappen wandelroutes. En het is niet omdat we de stad op ons duimpje kennen, dat er niet altijd ook wel iets bij te leren valt. Bijvoorbeeld hoe bepaalde verpauperde stadsdelen in de loop der jaren geëvolueerd zijn naar hippe plaatsen om te wonen.

Deze wandeling bracht ons van de Grote Markt langs het Stadhuis naar Het Steen, want dit is waar de stad ontstaan is in de 13de eeuw. Het Steen deed dienst als residentie van de markgraaf maar in de burcht was er ook een kerk en een openlucht rechtbank. Aan het water bevond zich ‘de werf’, een uitsprong met aanlegplaats voor schepen. In 1221 kreeg Antwerpen stadsrechten en kon ze zich een stad noemen.
Van begin 14de tot in de 19de eeuw was Het Steen een gevangenis. Vandaag is de toeristische dienst er ondergebracht.

Van het Steen wandelden we naar Het Vleeshuis. De Vleeshuiswijk is de oudste wijk van de stad. Het Vleeshuis werd gebouwd tussen 1501 en 1504 in opdracht van de rijke beenhouwersgilde. Het is een gebouw in gotische stijl, een dure stijl die typisch is voor kerken. De slagersgilde was rijk genoeg. Hier werd het vee, dat van de Veemarkt kwam, op straat geslacht en binnen verkocht. Tijdens de Franse Revolutie eind 18de eeuw werden de gilden afgeschaft en verloor het Vleeshuis zijn functie. Het werd onder meer een opslagplaats. Vandaag is het een museum dat de muzikale geschiedenis van de stad toont.
De Vleeshuiswijk was van in het begin een heel levendige, volkse buurt. Hier woonde iedereen die iets met de haven te maken had, vaak in kleine beluiken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog sloeg een V1-bom in op de wijk waardoor een groot stuk van de wijk werd weggevaagd.

Verder door naar de Stadswaag. Deze bevindt zich op de grens van het Schipperskwartier en de Universiteitsbuurt. Op de waag werden in de middeleeuwen goederen gewogen die via de haven binnenkwamen.
In de jaren ’60 en ’70 was de Stadswaag een druk bezochte uitgaansbuurt. Dat kan ik getuigen, want ik heb er in 1974 tijdens een thé dansant van de hogeschool mijn echtgenoot leren kennen!

Via het Falconplein stapten we recht de prostitutiebuurt in, meer bepaald de Villa Tinto, het best georganiseerde en veiligste raamprostitutiehuis van België. Het pand dat tussen drie straten loopt werd 18 jaar geleden geopend. De prostituees die er werken, huren per shift een van de 51 ramen en worden officieel geregistreerd. Ze kunnen binnen met een vingerafdruk, wat onderverhuring onmogelijk maakt.
Het fenomeen ‘raamprostitutie’ ontstond in de jaren ’70, toen de havenactiviteiten verhuisden naar het noorden van de stad en de zeelui niet meer automatisch in deze buurt belandden. In de jaren ’90 was dit een gure buurt vol criminaliteit, mensenhandel, overlast en kijkfiles… Vandaag zijn de straten autovrij en is het een gecontroleerde en leefbare plek.

We vervolgden onze weg en gingen via het MAS, in het noorden van de stad naar de Koolkaai. Hier ontwikkelde zich de prostitutiebuurt bij het ontstaan van de stad en dat zou zo blijven tot in de jaren ’70 (zie boven). Nu is het een fijne en rustige buurt om te wonen.

Op de terugweg naar het historisch centrum namen we nog de Veemarkt mee. Hier bevindt zich de monumentale Sint-Pauluskerk in laatgotische stijl uit de 16de eeuw. In de kerk vind je werken van Rubens, Teniers, Van Dyck en Jordaens. Zeker een bezoekje waard (als ze open is)!

In Antwerpen zijn er veel straten waarvan de naam eindigt op “vliet”, “rui” of “vest” (Kaasrui, Sint-Katelijnevest, Brouwersvliet, …). Hoe dat zo komt?
In de Middeleeuwen had Antwerpen een uitgebreid netwerk van kanaaltjes: ruien, vlieten en vesten. Oorspronkelijk werden ze gegraven als verdedigingsgordel van de stad. Later werden ze gebruikt als binnenhaven en als systeem voor watervoorziening. Uiteindelijk werden het open riolen. Omdat deze zorgden voor geuroverlast werden de ruien overwelfd zodat de geurhinder beperkt kon worden en er meer plaats was voor bebouwing. Pas in de 19de eeuw waren de ruien geheel overdekt. De ruien kunnen trouwens bezocht worden.

En zo kwamen we terug bij Het Steen en beëindigen we onze wandeling via de hoge wandelterrassen vlak naast de Schelde. Daar is ook de nieuwe cruiseterminal gelegen. In 2023 ontvangt Antwerpen 23 oceaancruisers. Deze meren aan in het centrum van de stad, op letterlijk 200 meter van de kathedraal, wat toch vrij uniek is.
Het was een fijne stadswandeling.

Bron: Gazet van Antwerpen
Foto’s: MyriamC

Straô rieën

Het “straô-rieën” (strandrijden) is een folkloristische Zeeuwse traditie op het eiland Schouwen-Duiveland die mogelijk al stamt uit 1643. Als de werkpaarden na een lange winter op stal weer aan het werk gingen, werden de paardenvoeten eerst in de zee gespoeld om de benen te verfrissen en om kleine ontstekingen van de huid te ontsmetten. De straô is uitgeroepen tot Immaterieel Erfgoed op de UNESCO-lijst.

De dorpen aan de westkant van Schouwen-Duiveland hebben allemaal hun eigen Straôviering. Een belangrijk onderdeel van de traditie is het versieren en keuren van de paarden.

De Straô wordt vanaf half februari tot half maart gevierd in steeds een andere plaats op Schouwen-Duiveland. Renesse mocht gisteren de spits afbijten.

Er was veel volk, maar het strand van Renesse is lang en breed genoeg om iedereen een plaatsje te geven. Wij vonden het leuk om het eens van kortbij mee te maken.

Mocht je ook zin hebben, er komen nog vijf edities:
18 februari in Burgh Haamstede
25 februari in Noordwelle
4 maart in Ellemeet
11 maart in Scharendijke
18 maart in Serooskerke.