30 september 1953

Vandaag zouden mijn ouders 61 jaar getrouwd zijn. Een paar maanden voor hun 38ste huwelijksverjaardag is mijn vader overleden. Die 38ste huwelijksverjaardag is voor mij altijd een soort mijlpaal geweest. Sinds 11 september zijn manlief en ik er voorbij. Ik ben nu net zo oud als mijn moeder toen zij mijn vader verloor. Dat doet je toch wel eens nadenken over het leven. Vooral over hoe rap je leven een andere wending kan nemen …

Het Lelijke Eendje

Afgelopen woensdag hebben wij deelgenomen aan de gezamenlijke actie van IENS en AH: tweede driegangenmenu gratis bij inlevering van een volle spaarkaart. En wel bij Het Lelijke Eendje, het bistro-zusje van Restaurant De Zwaan in Etten-Leur. De Zwaan was destijds onze eerste ervaring met een sterrenrestaurant en niet direct een voltreffer …

Het Lelijke Eendje beviel ons beter. Gezellig, klein, intiem, een echte Franse bistro. Toegegeven, de tafeltjes stonden misschien wat dicht op elkaar en de akoestiek was niet om over naar huis te schrijven, maar dat is in een Parijse bistro net hetzelfde.

Menukaartjes stonden op de tafels – we waren duidelijk niet de enigen met een volle spaarkaart – en de tafels waren gedekt met zilveren bestek (een stokpaardje van mij) en een stoffen servet. Netjes!
Er was keuze tussen telkens twee voor-, hoofd- en nagerechten. Er was ook een mogelijkheid om het menu uit te breiden met een voorgerecht en een kaasgang, allebei tegen meerprijs. Wij hebben het voorgerecht als extra genomen.

Wat ik dan weer niet begrijp is dat je moet betalen voor brood en boter. Dit lijkt me echt weer Hollandse zuinigheid, ik durf het zelfs gierigheid te noemen. Het is namelijk niet de eerste keer dat ik het meemaak in Nederland. Wat kosten nu een paar sneetjes brood? Bij een menu van 35 euro (45 euro, incl. extra voorgerecht) verwacht ik dat er gewoon een mandje brood op tafel komt, zoals het hoort. Ik stop graag een stukje brood in mijn mond voor ik een slok wijn neem. Maar betalen voor brood? No way!

Voor het overige alleen maar lovende woorden. Bediening was prima, tempo was perfect, en we hebben ook nog eens lekker gegeten tegen een goede prijs.

Photo credit: foto van het internet geplukt.

In de Oude Stempel

Ik had nog eens een Groupon gekocht. Was lang geleden, maar deze wou ik toch niet laten liggen, aan 55 euro voor een vijfgangen diner (voor twee!). In de Oude Stempel in Steenbergen krijgt namelijk zeer goede kritieken op Iens en op Diningcity.

En terecht, zo bleek. Het restaurant is zeer aangenaam, licht en luchtig met een hoog plafond, een mooie houten vloer, ruime tafels, heerlijke armstoelen. Erg mooie en comfortabele paarse armstoelen … als de mijne versleten zijn wil ik ook paarse armstoelen in de eetkamer. Wat natuurlijk belangrijker is dan inrichting en sfeer (hoewel?), zijn de gerechten. Ook deze waren stuk voor stuk zeer lekker en mooi gepresenteerd. Niet de meest exclusieve ingrediënten maar wel eerlijke producten van het seizoen, lekker bereid en met bijzondere toevoegingen onder de vorm van crèmes, toefjes, enz.

We begonnen met 3 aperitiefhapjes (geconfijte kerstomaatjes, stengels, dip van serranoham) bij de prosecco, gevolgd door 3 amuses: glaasje gazpacho (pittig!), geitenkaas, en stukjes krokante kippenhuid met piccalilly en honing. Allemaal erg lekker.

Het eerste gerecht was Noordzeekrab met yuzu en nog van alles wat ik niet heb onthouden, het tweede gerecht rundstartaar met onder andere een prachtig gepocheerd kwarteleitje, het derde gerecht kabeljauw (deze had iets meer kruiding mogen hebben) met artisjok, het vierde gerecht eendenborst met polenta en diverse wortelrondjes, en het dessert was een bordje op basis van perzik. Heerlijk!

Ze hebben een ruime keuze aan open wijnen (vanwege de wijnarrangementen natuurlijk – slechts 25 euro voor 5 wijnen, water, koffie of thee). Helaas voor ons geen wijnarrangement. Vijf glazen wijn vinden wij gewoon te veel (we hadden al een prosecco op). Wij hebben dus gekozen voor een Chileense chardonnay, een primitivo uit Puglia, en ik nam nog een glas Moscato d’Asti bij het dessert.

Bediening werd gedeeltelijk gedaan door een jongedame in opleiding. Erg vriendelijk en ze deed zo haar best om de gerechten goed aan te kondigen, maar het waren vaak zoveel ingrediëntjes dat ze soms de draad kwijt was. Dan werd ze snel te hulp geschoten door de ervaren zaalmedewerker.

Erg jammer dat er maar vier tafeltjes van twee bezet waren op deze zaterdagavond. Verontrustend vind ik dat. Zo’n mooi restaurant, met een fijne kaart en betaalbare menu’s, dat zou volle bak moeten zijn in het weekend … Wij willen in ieder geval nog wel eens terug.

Over pistolets en broodjes

 
Sinds ‘mijn’ bakker zijn zaak gesloten heeft omdat hij op pensioen ging en ze geen opvolger vonden, heb ik geen lekkere pistolets of broodjes meer gegeten. Bakker Jef maakte van die heel krokante maar luchtige pistolets. Alles wat ik tot nu toe gekocht heb lijkt er in de verste verte niet op. Te groot, te dik, te slap, te veel ‘brood’, …

Ik heb ondertussen alle bakkers van mijn dorp gehad – zegge en schrijve negen stuks (supermarktpistolets niet meegeteld, want die eet ik sowieso niet) – en geen enkele die echt voldoet.

Ik heb ook alle soorten pistolets gehad: tigers, boters, plaatpistolees, vloerkes, keizers, krokantjes, harde broodjes, stokbrood, … het was in vergelijking met de pistolets en broodjes van bakker Jef allemaal tweede (of derde) keus.

Ik denk dat ik maar eens in de naburige dorpen ga kijken of er daar nog wat beters te vinden is.

Normandië

Ons laatste tripje was alweer bijna een maand geleden … hoog tijd dus voor nog eens een klein reisje. 😉 Een weekje Haute Normandie deze keer, een streek die we nog niet kenden. De Côte d’Albâtre dankt zijn naam aan 140 km krijtrotsen gelegen tussen de monding van de Somme in het noorden en die van de Seine in het zuiden. In Étretat zijn de falaises het mooist: hier rijzen de rotsen 50-60 meter verticaal uit de zee omhoog.

Vandaar dat ik in deze buurt een hotelletje had uitgezocht, meer bepaald in het landelijke dorp Les Loges. Een dorp waar het nog ruikt naar vers gebakken brood als je voorbij de bakker wandelt. Een dorp waar vanaf 7 uur ’s morgens tot 11 uur ’s avonds de kerkklokken ieder kwartier luiden en waar geen mens er van wakker ligt dat een enkele toerist wel eens graag uitslaapt tijdens zijn vakantie. Zo’n dorp dus. Heerlijk rustig en toch maar tien minuten rijden van de drukte van Étretat. Hoewel ‘drukte’ in dit seizoen een zeer relatief begrip is.

We werden hartelijk welkom geheten door François in Les Loges d’Étretat, kregen een uitgebreide uitleg over de oorsprong van het mooie 18de eeuwse gebouw in de typische “brick & flint” stijl van de Caux en werden naar onze kamer geëscorteerd. Een ruime kamer op het gelijkvloers met alle nodige moderne luxe voorzieningen waaronder een badkamer met een enorme inloopdouche. De overige zes kamers zijn allemaal in dezelfde trendy stijl ingericht, zij het met andere kleuren en net iets andere meubels. Erg mooi gedaan! Ook op het tuinterras en in de tuin was het heerlijk vertoeven.

Gewapend met een lijstje eetadresjes togen wij in de late namiddag naar het toeristische Étretat, voor een aperitiefje op een terras in de zon en een maaltijd met een prachtig panoramisch zicht op enerzijds de Falaise d’Aval en anderzijds de Falaise d’Amont. De mooie zonsondergang kregen we er gratis bij.

De volgende dag zijn we trouwens teruggekeerd om uitgebreid te gaan wandelen door deze toch wel woeste natuur. Hoewel Étretat maar een klein stadje is hebben we er ons uren vermaakt, rots op en rots af, en nog een rots verder, …  Erg mooi, de ruwe rotsen waar de zee tegenaan beukt, de  wilde bloemen overal, het uitzicht dat overal anders is. En de vissers die hun lekkere buit aanvoerden in kleine bootjes. Tourteaux, bar de ligne, homards, … ’s Morgens op het strand, ’s avonds op het bord. Verser kan niet.

Ook de aangrenzende dorpen en stadjes zijn uitgebreid aan bod gekomen, alsook het schitterende binnenland met zijn grazende koeien in de wei, de rollen stro op het land, bossen waar het licht zo mooi doorheen scheen. Genieten met een Grote G, en dat allemaal met open dak en een temperatuur van zo’n 20-23 graden, in Rouen zelfs 25 graden. Heerlijk!

Omdat het overal erg stil was en we toch wat gezelligheid en ambiance ambieerden, zijn we ook een dag naar Honfleur en Deauville in de Basse Normandie geweest. Honfleur zal zowat de meest toeristische stad van Normandië zijn, en aan het Vieux Bassin was het inderdaad heel druk. Het staat er dan ook overvol met terrassen. Je kan er nauwelijks passeren. De binnenstad is rustiger en er zijn een aantal hele mooie kunstgalerijen. Helaas was het beeldhouwwerk van Marie-Paule Deville-Chabrolle waarop ik mijn oog had laten vallen niet voor onze portemonnee. Deauville is ook geanimeerd, maar het trekt een totaal ander publiek aan. Aan 30 euro per dag voor twee strandstoelen is dit dan ook niet direct een plek voor jan-met-de-pet. We hebben trouwens niet op het strand gezeten, het is een zonnig terras geworden.

In Dieppe en Rouen zijn we ook geweest. Dieppe vanwege het Festival International de Cerf-Volant (vliegerfestival), dit jaar in het teken van India en Indonesië. De stad op zich was niet zo interessant, het festival was eens tof om te zien. Er wordt op muziek gevliegerd, wat zeer artistiek gedaan was.

Rouen vond ik dan weer wel een heel mooie stad. Het historisch centrum is compact maar goed bewaard gebleven. Heel veel mooie vakwerkhuizen, een aantal grote kerken (helaas allemaal in de steigers), en een hele prettige sfeer. Veel restaurantjes en terrasjes langsheen onze stadswandeling. Daar hebben we dan ook volop van genoten!

Op de terugweg naar huis zijn we langs Saint-Valéry-sur-Somme gereden en hebben daar nog even rondgewandeld. Ik had er mij meer van voorgesteld. Als je de oversteek van de Baai van de Somme niet doet, dan valt er weinig te beleven daar. Het was er overigens wel stikdruk! Verder langs Calais naar De Panne om nog even te genieten van de laatste zonnestralen.

En zo kwam er weer een einde aan ons uitstapje. Wat hebben we geluk gehad met het weer. Daar staat en valt alles mee!