Ciao …

Hier ben ik weer. De vakantie is voorbij. Het was een beetje een vakantie in mineur … het weer wou niet echt mee. De eerste week heel veel regen en zware onweders met overspoelde wegen tot gevolg, de tweede week heet en uiterst vochtig (tot 88%) en de laatste halve week haalden we nog met moeite 21 graden. Hele mooie wolkenpartijen gezien … bijna drie weken aan een stuk. Het had wat minder gemogen.
Maar laat ik beginnen bij het begin. Ik probeer het zo kort mogelijk te houden, maar dat zal een moeilijke opgave zijn want we hebben heel veel gezien.
We hadden een vroege vlucht op donderdag 8 september vanuit Charleroi, zo’n 135 km van huis, en besloten daarom om alvast een dag eerder naar Charleroi te rijden en een park-sleep-fly te boeken bij Van der Valk. Scheelde toch weer anderhalf uur slaap en is niet eens zoveel duurder dan parkeren op de luchthaven. Zo gezegd, zo gedaan. ’s Avonds nog genoten van een drankje op het heerlijke terras en ’s morgens netjes op tijd door de shuttle afgeleverd op Charleroi Airport. Waarom moeilijk als het ook gemakkelijk kan?! 
Bij aankomst in Bari een uur in de rij gestaan aan het loket van de autoverhuurder. Gelukkig waren we nog redelijk snel weggeraakt bij de bagageband want de rij die achter ons stond was op den duur niet meer te overzien. Slechte service van Sicily by Car! Dan door de gietende regen naar de parking, onze VW Polo opgepikt en de 75 km naar onze eerste masseria in Montalbano gereden. Onderweg was het gelukkig gestopt met regenen zodat we na het inchecken direct op weg konden om een restaurant te zoeken dat nog open was voor de lunch. In dit deel van Italië worden de openingsuren van restaurants nog strikt gerespecteerd. Na 14u moet je je toevlucht nemen tot een snack uit de snackbar, en daarvoor waren we niet naar Italië gekomen. 
 
Tijdens ons verblijf in Montalbano hebben we het volledige centrale deel van Pugia bezocht. We zaten midden in de mooie Valle d’Itria. Vanaf het terras van onze kamer hadden we een prachtig zicht op de onmetelijke olijfboomgaarden en de zee op de achtergrond. Deze vallei is bekend om zijn eeuwenoude olijfbomen met stammen die in de vreemdste vormen zijn gedraaid. De oudste bomen geven de meest kwalitatieve olijven.

Ook onze masseria had zijn eigen olijfbomen en olijfolieproductie, en tijdens de proeverij leerden we dat er bijna net zoveel olijvenvariëteiten zijn dan druivenrassen. Én dat de zuurtegraad de belangrijkste parameter is om een goede olijfolie te herkennen: hoe lager de zuurtegraad, hoe beter. Het was in ieder geval een interessante en lekkere namiddag.

Van hieruit hebben we zowat alle stadjes in Centraal Puglia bezocht. 

Monopoli, bijvoorbeeld, is een mooi havenstadje aan de Adriatische Zee. Vanaf de oude toegangspoort tot het centro storico heb je een mooi zicht op de oude haven. En, zoals elk zichzelf respecterend dorp/stad, heeft Monopoli – naast talloze ‘gewonere’ kerken – uiteraard een fraai gedecoreerde kathedraal. 
In Monopoli hebben we trouwens onze veertigste huwelijksverjaardag gevierd op 11 september. Daarvoor had ik op voorhand geboekt bij Angelo Sabatelli (1*). Op het menu, na de amuses, het volgende:
Cannoncino di gamberi, battuto di melone, pomodoro, basilico
Cavatelli con frutti di mare e cicoria su crema di fave
Spaghetto al polpo, crema di fagioli al miso
Spigola “al forno”, pomodoro arrosto
Ananas, cioccolato bianco, cassis
Alles was lekker bereid en kraakvers, en Angelo blijft trouw aan de cucina povera van Puglia, dwz eenvoudige producten van de streek en van het seizoen: pasta, (inkt)vis, zeevruchten, bonen, tomaten, … Het was een heerlijke lunch, met als afsluiter een verrassend extra dessert.

Polignano a Mare was ook zo’n gezellig stadje aan zee, gebouwd op een rots. A propos, Domenico Modugno, de zanger van Volare …, is hier geboren, en daar zijn ze trots op in Polignano.  Het eerste wat je ziet als je het stadje binnenrijdt is een groot standbeeld van de zanger. Nel blu dipinto di blu, felice di stare lassù, …
Ook Taranto, een stadje aan de Ionische Zee, heeft voor ons geen geheimen meer. Hier hebben we wat geshopt in het nieuwe gedeelte van de stad. Mooie winkels langs brede lanen. Een enorm contrast met het historisch centrum dat wat deed denken aan de ‘mindere’ wijken in Napoli … echt vies en verwaarloosd. Ook dit is Italië: mooi van lelijkheid.


Het witte stadje Ostuni, Martina Franca enz. enz. … we hebben ze allemaal gezien.


Uiteraard mochten ook Alberobello en Locorotondo niet ontbreken op ons lijstje van ‘must sees’. De stadjes van de trulli, dé toeristische trekpleisters van Puglia. Ze waren ook echt heel bijzonder. Ik heb er wel honderd foto’s genomen. In het niet-toeristische deel van Alberobello zijn nog veel trulli gewoon bewoond, door mensen die trots zijn op hun cultureel erfgoed. Alberobello staat trouwens sinds 1996 op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Verdiend! 

Tussen haakjes, in de namiddag is het zo hard beginnen regenen dat er verschillende wegen helemaal verzakt en weggespoeld waren. Bovendien was de elektriciteit in onze masseria uitgevallen en hebben we tot de volgende morgen in het donker gezeten. Gelukkig hebben onze e-readers een leeslampje. 



Na het centrale deel van Puglia was het de bedoeling om wat zogenaamd mooie stranden in de Salento, het zuidelijkste deel van de hak, te bezoeken. Het weer was echter niet van dien aard dat we veel aan het strand of het zwembad van onze tweede masseria hebben gezeten. En helaas was er in dit deel van Puglia ook niet zo heel veel te zien buiten de barokke stad Lecce en nog wat kleinere stadjes, maar daar kom ik later op terug. Ik heb mijn best gedaan om toch wat mooi weer foto’s bij elkaar te sprokkelen.

Lecce dus, een prachtige stad vol monumenten in barok. Lecce wordt ook wel het Firenze van Puglia genoemd. Lichtelijk overdreven, maar het was wel indrukwekkend.
Santa Maria di Leuca is niet echt een bijzondere stad, het is wel de meest zuidelijke stad van de hak, daar waar Adriatische en Ionische Zee samenkomen. Hier kan de wind hevig te keer gaan, maar het was heet, vochtig en windstil. Mooie oude villa’s in S.M. di Leuca!
Otranto, een vissersstadje aan de Adriatische Zee. Hier herinner ik mij nog de vissers die met de overschotten van de mosselen aas maakten. Stukje per stukje mossel werd nauwgezet aan een touwtje geregen. Andere vissers waren hun netten aan het herstellen, zoals je zo vaak ziet in vissersdorpen.  Sfeervol vind ik dat. En we hebben er ook zeer lekker gegeten, met zicht op zee!

Op naar Matera, een zijsprong dus want Matera ligt in Basilicata en het was best een eind rijden vanaf Specchia. Het landschap is ook niet bijster interessant, … olijven, olijven en nog meer olijven en de laatste 50 km wijnstokken, wijnstokken en nog meer wijnstokken. Heerlijke wijnen hebben ze trouwens in Puglia, van druivenrassen die je hier niet zo gemakkelijk kan krijgen. Daarom hebben we er ginder maar extra van geprofiteerd. 🙂

Matera was eigenlijk het interessantste deel van onze reis. Hier hebben we twee dagen de voeten van onder ons lijf gelopen, trap op en trap af, verdwalend in het labyrinth van de sassi. In het kleine museum in Sassi Barisano konden we een video bekijken over het ontstaan, het hoe en waarom van de sassi. Reeds in de prehistorie werden de grotten en holen in Matera door de mens gebruikt als schuilplaats. Steeds weer groef men nieuwe holen of maakte men bestaande holen dieper, nieuwe gangen en vertrekken werden toegevoegd. Zo ontstonden er opslagruimtes, stallen, woningen en kerken. Op sommige plaatsen kan je zien dat er tien of zelfs meer woningen boven elkaar gegraven zijn.

Tot in de jaren 50 was Matera een bron van schaamte voor Italië. Een plaats van armoede, malaria en veel kindersterfte ; de stad waar mensen samen met hun veestapel in grotten leefden, balancerend op de rand van het ravijn, zonder elektriciteit, stromend water of riolering. Daglicht was er nauwelijks want er was slechts een deur, of een luik in het plafond waardoor wat licht kon binnenvallen.
Omwille van de zeer ongezonde levensomstandigheden werd toen besloten de sassi te ontruimen en de bewoners te huisvesten in nieuwe huisjes en appartementen net buiten de stad. Begin jaren ’60 waren de sassi geheel verlaten en dat bleven ze tot eind jaren ’80.

In 1993 werden de sassi op de werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst en sindsdien is het leven er weer teruggekeerd. Net *iets* exclusiever dan destijds, met kunstgaleries, winebars, restaurantjes, en luxe hotelletjes. Ook als filmlocatie was Matera zeer gegeerd. En in 2019 is Matera Culturele Hoofdstad van Europa. Matera was echt heel bijzonder.

Vieste, gelegen in het Parco Nazionale del Gargano, was onze laatste stop. Een totaal ander landschap, meer bergachtig in het binnenland, andere vegetatie (naast druiven en olijven ook citrusvruchten), mooie lange stranden, een andere sfeer ook. Kwam misschien wel omdat het daar wat zonniger was. Vieste had een prachtig centro storico, misschien wel het mooiste dat we gezien hebben. En heel veel uitstekende restaurants waar we verse funghi porcini gegeten hebben, recht uit het bos geplukt. Misschien niet zo heel bijzonder, maar een welkome afwisseling na alle frutti di mare en fritti misti.

Omdat we een late terugvlucht hadden, konden we nog een paar uren rustig genieten van Trani, een aangenaam stadje aan de Ionische Zee. Ook toen was het mooie weer van de partij.

Eindoordeel: ik kan heel moeilijk een oordeel geven over Puglia. We hebben veel moois gezien, maar het weer was heel dikwijls een spelbreker. Ik had ook niet gedacht dat het zo’n toeristische bestemming zou zijn . Hele busladingen, opvarenden van cruiseschepen vooral, in Alberobello en Matera. Dat had ik niet verwacht.Gelukkig waren de andere stadjes een stuk rustiger.

Nog meer foto’s? Kijk op onze flickr fotopagina.

En nog wat voor mijn archieven.  

Route:
Charleroi – Bari (Ryanair)
5 nachten Montalbano de Fasano
6 nachten Specchia
2 nachten Matera
3 nachten Vieste
Wagen (VW Polo) gehuurd bij Sicily By Car via AutoEurope. Slechte service, redelijke prijs.
Aantal gereden kilometers: 2.090 km … zeer veel voor zo’n klein gebied, maar dat kwam door het slechte weer.

Het weer: daar kan ik kort over zijn: onaangenaam (nat/heet&vochtig). En aangezien bij ons een vakantie staat en valt met het weer, hebben wij brute pech gehad.

Logies:

Montalbano di Fasano, Masseria Spetterrata
Ligging: afgelegen, te midden van 40 hectare aan eeuwenoude olijfboomgaarden – zeer rustig!
Kamer: zeer ruim, met een kingsize 4-posterbed, airco, WiFi, met groot terras met ligstoelen en uitzicht op de Valle d’Itria
Badkamer: ruim met grote inloopdouche
Faciliteiten:  
-Italiaans ontbijtbuffet, dwz vleeswaren/kazen en veel zoet (taarten, cakes, …), fruit, granen, en lekker verse cappuccino
-Restaurant waar we twee keer lekker en overvloedig gegeten hebben. De ligging van het restaurant was +/- 300 meter verder naar beneden langs een nogal rotsachtig steil en onverlicht pad. Doenbaar voor het ontbijt bij droog weer (dus niet toen wij er waren), maar niet voor het diner want om 19u is het pikdonker. Jammer dat je dan speciaal je auto moet nemen (700 meter met de auto).
-Infinity zwembad met ligstoelen, een niveau lager gelegen met prachtig uitzicht over de vallei
-Grote privé parking.
Algemene indruk: goede masseria met 10 kamers, geen gemeenschappelijke ruimte/bar. Iedere kamer had zijn privé terras, een minibar en koffie/theefaciliteiten. Persoonlijke service. Zwakke WiFi. 
Prijs: OK. 

Specchia, I Mulicchi
Ligging: in een groot domein met oude olijfgaarden in het hart van de Salento, op 15 min. rijden van zowel de Ionische Zee als de Adriatische Zee – zeer rustig!
Kamer: de kamers waren verdeeld over het terrein in kleine gebouwtjes van telkens twee kamers, het deed een beetje bunkerachtig aan met de ijzeren deur en de kleine raampjes. Kamer was wat spartaans ingericht maar was zeer ruim, met een kingsize bed, airco, WiFi, groot privé terras/tuintje met ligstoelen en een hangmat, een tafeltje en twee stoelen. Door het slechte weer was onze kamer zeer vochtig, zowel onze kleren als het beddengoed, de handdoeken. Na dag drie hadden we eindelijk door dat we de airco op de ontvochtigingsstand konden zetten waardoor dit probleem min of meer opgelost was.
Badkamer: zeer ruim, met grote douche
Faciliteiten:
-Italiaans ontbijtbuffet, dwz vleeswaren/kazen en veel zoet (taarten, cakes, …), fruit, en lekker verse cappuccino. Ontbijt werd slechts mondjesmaat bijgevuld.
-Zwembad in de tuin met ligstoelen
-Grote privé parking.
Algemene indruk: iets minder dan de vorige masseria, 13 kamers, geen gemeenschappelijke ruimte/bar. Iedere kamer had zijn privé tuintje, een minibar en koffie/theefaciliteiten. Sterk WiFi signaal.
Prijs: te duur. 

Ligging: een 16de eeuws pand gelegen in de Sassi Caveoso di Matera (UNESCO werelderfgoed). Het ‘hotel’ bestaat uit verschillende rotswoningen die allemaal zijn omgevormd tot luxekamers.
Kamer: ruime kamer uitgehouwen in de rots, zeer smaakvol ingericht – de eigenaresse was een vrouw en dat merk je aan allerlei kleine details – met een kingsize bed, airco, WiFi. Alle kamers zijn verschillend van grootte/ligging, maar de onze had ook een klein terras met een tafeltje en 2 stoelen.
Badkamer: ruim, met inloopdouche
Faciliteiten:
-Italiaans ontbijtbuffet, dwz vleeswaren/kazen en veel zoet (taarten, cakes, …), fruit, en lekker verse cappuccino.

Algemene indruk: luxe verblijf in het hart van de Sassi, zeer bijzonder! In totaal 6 rotskamers, naast en boven elkaar gelegen, allemaal met eigen ingang. Iedere kamer had een minibar, koffie/theefaciliteiten. Sterk WiFi signaal. Geen parking, maar parkeren kan in een bewaakte parkeergarage op 7 min. lopen (sleutel moet je afgeven) en je kan ervoor kiezen om je bagage naar/van het hotel te laten brengen want het zijn nogal wat trappen …
Prijs: duur, maar zijn geld meer dan waard.

Ligging: aan het strand in San Lorenzo, 2 minuten rijden van Vieste.
Kamer: ruime, beetje ouderwets aandoende kamer met kingsize bed, airco, WiFi, en giga terras met dubbel ligbed en grote hangmat. Zicht op zee.
Badkamer: grote badkamer met kleine douchecabine (dat snapte ik niet goed want er was zoveel plaats om een ruimere douche te plaatsen).
Faciliteiten:
-Uitgebreid ontbijtbuffet, dwz het standaard Italiaanse zoals hierboven maar dan uitgebreid met eitjes, appelsienen om zelf te persen, een volledige prosciutto crudo waar je zelf mocht van snijden, enz. en ook hier weer zeer lekkere verse cappuccino.

-Zwembad in de tuin met veel ligbedden.
-Tennisterrein.

-Eigen privé parking.
Algemene indruk: het roze gekleurde castellino maakte een wat frivole/kinky eerste indruk. Het was ook een rare constructie met in totaal 14 kamers. Alles was zeer netjes en goed verzorgd, en de receptie was 24/7 bemand. Ook hier weer minibar, koffie/theefaciliteiten op de kamer en prima WiFi, maar ook een gezellig groot terras met zicht op zee. Een extra pro: in de kamerprijs zijn twee ligbedden en een parasol bij Lido Marilupe inbegrepen. Het lido bevindt zich schuin tegenover het hotel.
Prijs: zeer goed.

Salve! (*)

Zoals we de laatste jaren steeds doen, ook deze keer weer een fly & drive en een rondreis, doorheen Sardinië deze keer. Het eiland was ons totaal onbekend en eigenlijk was ik na het lezen van reisgidsen, forums en dergelijke niet veel wijzer geworden want ‘zoveel mensen, zoveel smaken’.

Deze vakantie was er eentje met nogal wat hindernissen. Te beginnen met

  • de treinstaking. We gaan, als het uitkomt met de vluchturen, met de trein naar de luchthaven – het is een rechtstreekse verbinding, heel gemakkelijk ;
  • de bestelde taxi was te laat ; 
  • file, file, file onderweg naar Zaventem zodat we bijna onze vlucht gemist hadden ;
  • vertraging van onze vluchten, een geluk bij een ongeluk ; 
  • creditcard van manlief werkte niet, deze was geblokkeerd vanwege ‘frauduleuze transacties’, maar gelukkig hebben we meerdere kaarten ;
  • CF-kaartje van fototoestel vol en in geen velden of wegen een fotowinkel te bekennen. Jawel, ik had een USB-stick mee maar zonder laptop (die ik voor één keer had thuisgelaten) ben je daar niks mee. Hoe stom kan je zijn! Gelukkig na lang zoeken toch een CF-kaartje gevonden.
  • de grootste ‘hindernis’ voor mij persoonlijk was toch wel het klimaat. Heet en vooral heel vochtig en als er nu iets is waar ik niet tegen kan … En geen zuchtje wind wat het nog ondraaglijker maakt.
Cagliari, onze eerste stop, was goed te doen. Het was toen ook nog niet echt warm, zo’n graad of 25. Heerlijk weer dus om, na onze bagage te hebben gedropt in Hotel Nautilus aan de Lungomare Poetto (die helemaal opengebroken lag vanwege herinrichting), de stad te gaan verkennen. Hoewel de hoofdstad van Sardinië, is het oude stadscentrum niet echt groot. Buiten de wijk Castello met zijn smalle straatjes is er weinig cultureel erfgoed in Cagliari, al waren de oude palazzi aan de haven wel erg mooi. Maar we waren er eigenlijk heel snel uitgekeken omdat er ook niet veel ambiance was. Geen gezellige pleintjes, weinig volk, niet het ‘kloppende hart’ zoals het in de reisgids werd voorgesteld.

De volgende dagen hebben we uitstappen gedaan naar Villasimius, het ‘dynamische vakantieoord met paradijselijke stranden’ en naar Costa Rei. Een mooie rit langs de kustweg die hoog boven de zee ligt en van waar je prachtige vergezichten hebt. Spijtig genoeg kan je bijna nergens langs de weg eens stoppen voor een foto. En dynamisch waren deze plaatsen ook totaal niet. Het toeristisch seizoen lijkt hier nog heel ver weg begin juni.

Verder ook nog naar Chia in het uiterste zuiden gereden. Ook daar viel niet veel te beleven, ook de weg er naartoe was niet echt spectaculair. We hebben er dan maar een halve dag op het strand doorgebracht. Wij houden wel van wat ambiance en gezelligheid … terrasjes, mensen kijken, toffe pleintjes, … en dat hebben we heel deze vakantie heel erg gemist.

Op dag vijf zetten we onze rondreis verder en gaan we voor vier nachten naar Hotel Nettuno in Cala Gonone. De weg er naartoe doorheen het Parco Naturale dei Sette Fratelli is schitterend: hoge rotsen afgewisseld met veel groen … ik heb nooit geweten dat Sardinië zó groen was! Het wegennet op Sardinië bestaat voornamelijk uit smalle (berg)wegen waar de maximum snelheid 50 km/uur is (op sommige stukken haal je niet eens 20 km/u). We hadden dus al snel door dat je je tijd moet nemen voor je verplaatsingen. Daarom hebben we er telkens een volledige dag voor uitgetrokken om van de ene locatie naar de volgende te rijden. Zo konden we onderweg nog wat aan sightseeing doen. De Rocce Rosse (rode rotsen) in Arbatax en Pedro Lungo (rots) in Baunei tijdens deze rit, en dan verder over de Passo Manno met stijgingen tot wel 20% naar Cala Gonone. Ons Fiatje 500 had het soms zwaar te verduren. Ontegensprekelijk een schitterende rit, en zo zouden er nog vele volgen.

Cala Gonone ligt helemaal afgelegen aan de oostkust. Je komt er langs een smalle bochtige weg, ofwel met de boot. Het is een gezellig stadje, dorp eigenlijk want het is maar klein. De Lungomare is afgeboord met oleanders en parasoldennen en er zijn voldoende restaurantjes. Heel gezellig! De troeven van Cala Gonone zijn de Grotte del Bue Marino en de verschillende strandjes zoals Cala di Luna, Cala Mariolu, enz. Aan het haventje kan je een bootje huren, of een excursie met een grotere boot boeken. Dat laatste hebben wij gedaan en de boottocht was prachtig.

De kustlijn gezien vanaf de zee is veel spectaculairder dan vanaf het land. Eerst hebben we de grotten bezocht, daarna naar Cala di Luna. Manlief heeft een paar uren genoten op het strand, maar voor mij was het veel te heet (33°, gevoelstemperatuur 37°) en vooral de hoge luchtvochtigheid speelde me parten. Niet voor niets is het eiland zo groen natuurlijk! Gelukkig was er wat verderop in het bos een cafeetje waar ik me in de schaduw kon zetten. Samen met een tiental wandelaars die van Cala Gonone naar Cala di Luna gestapt waren …  9 km bergop, bergaf, in de brandende hitte … ik doe het ze niet na!

De volgende dag weer een mooie rit: door de Sopramonte naar Orgosolo, bekend van de murales (muurschilderingen), die eigenlijk een stil protest zijn tegen alle vormen van onrecht in de wereld. Indrukwekkend! Zoals deze van een zwarte vrouw met haar kind achter prikkeldraad, met een tekst van Desmond Tutu (vertaald): “Toen de eerste missionarissen naar Afrika kwamen, hadden wij het land en zij de bijbel. Toen sloten we onze ogen en baden. Toen we ze weer openden, hadden wij de bijbel in de hand en zij het land.” Om stil van te worden.

We waren eigenlijk snel uitgekeken in Cala Gonone, vier nachten daar was gewoon te lang want er viel in de buurt niet heel veel te zien. Dat wist ik, maar ik had erop gerekend ook wat tijd aan het strand te kunnen doorbrengen. Helaas waren de stranden daar niet wat we ervan verwacht hadden. Keienstrandjes en geen faciliteiten (strandstoelen, parasols, toilet, douche). Niet getreurd, de auto instappen en een eind rijden want de landschappen waren adembenemend mooi daar in het oosten van Sardinië. Dramatische rotspartijen aan de ene kant, de zee, in alle mogelijke tinten blauw, aan de andere kant. Achter elke haarspeldbocht een ander, nog mooier uitzicht.

En onderweg kom je allicht nog iets tegen om te bezoeken, zoals bijvoorbeeld de archeologische site Nuraghe Mannu waar we een zeer interessante uitleg kregen van de enthousiaste gids. Nuraghi zijn hét culturele erfgoed van Sardinië.

Onze derde bestemming voor de volgende vier nachten was de Agriturismo Tenuta Pilastru op het platteland in Arzachena, een enorm domein met een eigen wijngaard. Een fantastische plek om tot rust te komen, met een mooi zwembad in een grote tuin waar we dankbaar gebruik van hebben gemaakt.

Het noorden van Sardinië staat bekend om zijn fascinerende kustlijn: de Costa Smeralda met haar prachtige stranden en baaien met helder water van het mooiste blauw, uitlopend in immense granietrotsen zoals bij Capo Testa. Mondaine stadjes als Porto Cervo met – eindelijk – wat gezellige terrasjes. De duren prijzen nemen we heel graag voor lief. We hebben heel de kust gereden, van Baia Sardinia tot in Porto Rotondo. In de auto was het fris en beter dan buiten want, oh, wat heb ik afgezien van de hitte!

We hebben ook vanuit Palau een mini cruise gedaan doorheen de Maddalena Archipel. Ik heb lang getwijfeld, want tijdens zo’n dagexcursie ga je drie keer van boord om te zwemmen en te zonnen op het strand in een baaitje. Toch maar doorgezet en het was werkelijk heel mooi en relaxerend om langs de talrijke kleine eilandjes te varen. De strandjes waren niet mijn ding (geen faciliteiten want beschermd natuurgebied).


Onze laatste vier nachten brachten we door in Country Hotel Vessus in Alghero. De route die ik had uitgestippeld liep langs kleine wegen, met veel bochtwerk en weer een heel ander landschap: glooiende heuvels, landbouw, wijngaarden en langs de weg duizenden klaprozen en veldbloemen. Een schitterende immense lappendeken. 
Na het inchecken maar direct een eerste bezoek aan Alghero gebracht, klein maar fijn en toch wat meer leven dan in de andere plaatsen. De Rally di Sardegna die zal daar niet vreemd aan geweest zijn. En eindelijk eens een fatsoenlijk strand, met ligbedden én douches én toiletten, waar we een dag hebben doorgebracht. Onder de parasol weliswaar, want ook hier was het brandend heet, maar er stond een briesje.
En we hebben ook nog twee mooie stadjes bezocht: Castelsardo en Bosa. Kleine stadjes die tegen de berg aanleunen, veel trappen, heel veel trappen, en dat in die hitte … En weer een mooie rit er naartoe. Als je het op de kaart bekijkt, dan is het grootste deel van Sardinië beschermd natuurpark. Rijden in Sardinië is ook heel relaxt. Wij hebben ritten gereden dat we nauwelijks andere auto’s of motoren tegenkwamen. De afstanden zijn evenwel niet te onderschatten!

Op onze laatste dag moesten we helemaal terug naar Cagliari, maar omdat onze vlucht pas ’s avonds ging hadden we nog ruim de tijd om over de kleine wegen te rijden met een omweg langs het schiereiland Sinis, ook alweer beschermd natuurgebied. En helemaal vlak, het leek wat op onze polders. Daar hebben we op het gemakje nog geluncht (en ik heb er genoten van de flinke zeebries) en om 17u hebben we onze auto ingeleverd op de luchthaven, met 2070 km meer op de teller.

(*) Salve! verwijst naar de begroeting van de Sardijnen. Hier geen buon giorno of ciao, maar salve. Net iets minder formeel dan buon giorno en iets formeler dan ciao. Je moet het maar weten. 

Onze reisweg op kaart:
(uitstappen niet meegerekend, dat was te veel gevraagd van Google Maps)

Bevindingen:
Sardinië is een eiland voor de natuurliefhebber die houdt van wilde, woeste natuur, van rust en stilte, voor de goed getrainde wandelaar, voor mensen die qua luxe niet veeleisend zijn. Eerder een eiland voor kampeerders. Wij zijn toch meer van het mondainere, en ik miste vooral de zuiderse sfeer. Ook qua cultuur bleef ik op mijn honger.

Tip: kijk uit waar je tankt. Benzineprijzen variëren van 1.53 tot 1.70 euro (juni 2015). Voor service, of betalen met creditkaart betaal je 20 cent per liter extra (resp. 1.73 en 1.90 euro).

Logies (alles geboekt via booking.com):
Hotel Nautilus, Cagliari:

Nieuw hotel met 17 kamers aan de Lungomare Poetto, op 10 minuten rijden van het stadscentrum. Het was er nu erg rustig omdat de Lungomare opgebroken lag en tot het einde der werken verkeersvrij is. Dat zou wel eens anders kunnen zijn als er opnieuw auto’s mogen rijden. Helaas heb je vanaf het hotel geen zeezicht omdat er een lelijk gebouw in de weg staat op het strand voor het hotel.

Kamer: mooi gedecoreerd in blauw/wit, nautische stijl, met alle nodige faciliteiten (TV, airco, gratis WiFi, minibar), maar onze standaard kamer was erg klein, ik schat zo’n 10m² terwijl op booking.com aangegeven staat dat de kamers 19m² zijn (tenzij ze terras en badkamer meetellen in de 19m²).
Slaapkwaliteit: goed, kamer kon goed verduisterd worden en er was geen lawaaihinder van buiten of van de andere kamers. 
Parking: geen privé parking, wel altijd gemakkelijk plaats gevonden op een pleintje vlakbij.
Service: vriendelijk en klantgericht meertalig personeel.
Ontbijt: goed ontbijt met vers fruit, kaas en charcuterie, granen, yoghurt, gebak, … en heel lekkere cappuccino.
Extra: gratis gebruik van fietsen, strandstoelen en parasol.
Prijs/kwaliteit: te duur.

Hotel Nettuno, Cala Gonone:

Recent vernieuwd hotel met 28 kamers, op 200 meter van de zee en het centrum van het dorp. Erg rustig gelegen.

Kamer: ruime kamer zonder decoratie met alle nodige faciliteiten (TV, airco, gratis WiFi, minibar), badkamer met kleine douche en balkon. Lawaaierige en niet voldoende koelende airco.
Slaapkwaliteit: goed, kamer kon goed verduisterd worden dankzij de elektrische rolluiken. Geen lawaaihinder van buiten, wel dunne muren.
Parking: geen privé parking, enkele gratis plaatsen op de straat of betaalparking. Altijd gemakkelijk plaats gevonden in de nabijgelegen straatjes.
Service: vriendelijk en klantgericht meertalig personeel.
Ontbijt: goed ontbijt met vers fruit, kaas en charcuterie, granen, yoghurt, gebak, …
Prijs/kwaliteit: zeer goed.

Agriturismo Tenuta Pilastru, Arzachena:
Authentieke stazzo gallurese (boerderij in de typische stijl van de streek) omgevormd tot hotel met 32 kamers en een mooi zwembad in een grote tuin. Erg rustig gelegen op het platteland, op 7 km van de zee.
Kamer: ruime kamer in bijgebouw met klein raam waardoor deze nogal somber overkwam, doch met alle nodige faciliteiten (TV, airco, gratis WiFi, minibar), badkamer met grote inloopdouche en een terras. Prima airco in slaap- en badkamer.
Slaapkwaliteit: goed, kamer kon goed verduisterd worden dankzij houten luiken. Totaal geen lawaaihinder en heel stille airco.
Parking: grote privé parking voor het hoofdgebouw waar ook het restaurant zat.
Service: beetje onpersoonlijk.
Ontbijt: goed ontbijt met vers fruit, kaas en charcuterie, granen, yoghurt, gebak, … Geen airco in de ontbijtruimte.
Prijs/kwaliteit: goed.
Restaurant (ook toegankelijk voor niet-gasten): twee menu’s: een 3-gangen keuzemenu à 25 euro ; een 3-gangen regionaal menu à 35 euro. Beide prijzen inclusief een fles wijn van de eigen wijngaard, water, koffie en digestief. Eén avond gegeten, was lekker maar (zoals in alle restaurants met lokale keuken in Sardinië) niet de fijnste keuken, aan een correcte prijs.

Mooi zuiders landhuis (waar de eigenaar woont) met 11 kamers in een bijgebouw, te midden van een olijfgaard van 14 hectaren. Tuin met zwembad. Erg rustig gelegen op 5 min. rijden van het stadscentrum. 

Kamer: ruime kamer, met liefde gedecoreerd, en met alle nodige faciliteiten (TV, airco, gratis WiFi, minibar), badkamer met douche en een terras. Prima airco.
Slaapkwaliteit: goed, kamer kon goed verduisterd worden dankzij houten luiken. Totaal geen lawaaihinder.
Parking: grote privé parking tussen de olijfbomen.
Service: vriendelijk en klantgericht.
Ontbijt: goed ontbijt met vers fruit, kaas en charcuterie, granen, yoghurt, gebak, …
Prijs/kwaliteit: goed.


Restaurant Il Corallo (ook toegankelijk voor niet-gasten): à la carte Sardijnse keuken. Eén avond gegeten, was lekker en zeer fijn maar wel iets duurder dan in de stad.

Auto:
Gehuurd via Sunnycars bij Auto Europa/Sicily By Car. Ik had er een hard hoofd in want de reviews over Sicily By Car liegen er niet om, en als je bij Sunnycars huurt ken je de verhuurder pas als je de voucher in handen hebt (na betaling). Alles is echter zeer goed verlopen: snelle afhandeling van de papieren bij ophalen, slechts 300 euro borg geblokkeerd op de creditcard, snelle en correcte afhandeling bij inleveren.