Dilemma

Mijn echtgenoot is een fervent fietser. Alle tours die hij kan meepakken, die pakt hij mee. Door de week rijdt hij naar het werk – in de winter op de mountainbike, in de zomer op de racefiets – en op zondag rijdt hij een tour tussen de 70 en de 100 km met zijn club. Als het geen weer is om een hond door te laten, dan fietst hij indoor op zijn Tacx trainer.
Allemaal om klaar te zijn voor de toertochten van de wielerklassiekers, en voor zijn fietsvakantie in de Ardennen. En misschien wel voor de Mont Ventoux deze zomer, zo hoopt hij.

Foto: Les Deux Alpes, 2010 – © MyriamC
Een tijd geleden had hij zich ingeschreven voor de Ronde Van Vlaanderen voor Wielertoeristen die gereden wordt op 1 april. Drie collega’s, alle drie minstens vijfentwintig jaar jonger dan hij, hadden hem zo zot gekregen om ook in te schrijven. Maar de timing valt wat tegen want dan zijn we net terug van twee en een halve week vakantie waarin hij niet heeft kunnen fietsen. Om dan zomaar ongetraind een zwaar parcours van 230 km te gaan rijden vond ik persoonlijk niet zo verstandig. Maar hij is oud genoeg om zelf te beslissen en hij weet het best wat hij kan.  
Of toch niet?
Gisteren begon hij namelijk ineens te twijfelen: ‘Ga ik die 230 km op heuvelachtig terrein wel aankunnen? Is dat wel verantwoord op mijn leeftijd, zo zonder training vooraf?’ 
Langs een kant zou ik het spijtig vinden dat hij hem niet rijdt. Die toer staat al zo lang op zijn bucketlist. En hij wordt er tenslotte niet jonger op. 
Ik ben benieuwd wat er gaat winnen: het hart of de rede …

Mijn fiets, ik, het bos en het geluid van duizend vogels

Noodgedwongen moest ik vandaag met de fiets naar mijn werk. Zes kilometer heen, zes kilometer terug … totaal niet onoverkomelijk dus. En toch doe ik dat eigenlijk nooit. Het is zo gemakkelijk om de auto te nemen en, toegegeven, ik ben liever lui dan moe.
Maar vandaag had ik geen andere keuze want manlief zit met zijn auto in de Ardennen (korte fietsvakantie met vrienden) en mijn Black Beauty, waarop ik tot nog toe ALTIJD kon rekenen, heeft me in de steek gelaten. 
Gelukkig was het droog vanmorgen, weliswaar met dreigend grijs op de achtergrond, maar dat kon de pret niet drukken. En, eerlijk is eerlijk, ik heb genoten van mijn fietstochtje langs rustige wegen met nauwelijks verkeer. Het was ik, mijn fiets, het bos en het geluid van duizend vogels. Heel mooi! Zo mooi dat ik er vanmiddag nog een stukje heb aangebreid en me toch maar weer eens heb voorgenomen om wat meer de fiets te nemen …

Nieuwe fiets

Eigenlijk moest ik beschaamd zijn …

Ik heb een nieuwe e-bike gekocht terwijl ik met mijn ‘oude’ (van 2010) maar 1079 km gereden heb. Het is een Gazelle geworden met de motor op de trapas.

Mijn oudje had de motor in het voorwiel en dat stuurde niet echt prettig. Ik ontdekte pas het verschil toen ik ging proefrijden met allerlei merken en modellen op de fietsbeurs in Antwerpen.
Deze keer ben ik écht van plan om eens wat vaker de fiets te nemen. Het moet. Niet alleen van de cardioloog en de pneumoloog, maar ook van mezelf want ik word zo stijf als een hout. Zere knieën, stramme spieren, alles erop en eraan.
Ik was al goed gestart vorig weekend op de Veluwe en nu donderdag doe ik er nog eens 50 à 60 km bij met de fietsclub. In gewone kleren trouwens en zonder helm. 
Hoppa!