Manlief liep al een week met een zware verkoudheid. Ik had hem al gezegd van een sneltest te doen, maar hij vond het niet nodig want hij had geen koorts, was niet moe, voelde zich niet ziek en had met niemand contact gehad.
Donderdag moest hij voor iets anders bij de huisarts zijn en die vond het nodig om een PCR-test te doen. Vanmorgen stond het resultaat rood op wit in zijn Cozo-app. ‘DETECTED‘.
Waarop ikzelf – ook al een paar dagen een ‘valling’ – een sneltest deed. Die gelukkig negatief was, maar ik weet nu waaraan ik me eventueel nog wel kan verwachten.
Gelukkig is hij er niet ziek van, maar vervelend is het wel. Vooral voor hem dan want hij moet zeven dagen in isolatie. En ook vervelend dat afspraken die al een jaar geleden gemaakt zijn, zoals onze jaarlijkse controles bij de oogarts en de cardioloog, moeten verplaatst worden. Die mensen hebben het allemaal zó druk.
En voor dinsdag had ik ein-de-lijk een tafeltje kunnen bemachtigen bij Hof van Leysen, het gastronomisch didactisch restaurant van PIVA. Het heeft niet mogen zijn. Ik probeer het volgend schooljaar nog eens …
Trouwfeesten ‘op den boerenbuiten’ in de na-oorlogse jaren, dat waren nog eens echte boerenbruiloften. Vaak werd de koestal met zand geëffend, er werd een houten vloer in gelegd en de boer slachtte een vet varken. (dixit dorpsgenoot Karel Van den Bergh in zijn memoires).
Zo niet bij het bruiloftsmaal van mijn ouders. Na de burgerlijke en kerkelijke plechtigheid volgde er een meergangen bruiloftsmaal dat de hele middag en avond in beslag nam. Soms werd er zelfs twee dagen na elkaar gefeest want niet alleen de naaste familie werd uitgenodigd, maar ook tantes, nonkels, neven, nichten en alle buren. En aangezien de meeste gezinnen bestonden uit vader, moeder en een hele nest kinderen …
Ik heb het uiteraard niet zelf meegemaakt, maar ik heb wel het fotoalbum van mijn ouders hun huwelijk. Bij hen werd het feestmaal geserveerd in het woonhuis van de boerderij van mijn grootouders langs moeders zijde. Lange tafels werden in de huiskamer en de zondagse kamer gezet en het zondags servies en bestek werd uitgehaald.
Geen koestal en geen vet varken hier. Wel andere lekkere dingen.
Kijk maar even mee … 30 september 1953.
(*) Kruisstraatse Kraaiers = kip. De boerderij van mijn grootouders bevond zich in de Kruisstraat. Vandaar waarschijnlijk de naam van het gerecht.
Traiteurs waren er in die tijd nog niet. Wel een kokkin die aan huis kwam koken en de hulp kreeg van een hele sliert vrouwen uit de buurt. Ik herken vier zussen van mijn moeder en een paar goede vriendinnen/buurmeisjes met wie ze de rest van haar leven bevriend is gebleven.
23u30 bedtijd Nadat ik mijn verzameling pillen heb genomen en mijn ogen heb gedruppeld knip ik het bedlampje uit.
Ik slaap vrij vlot in, maar ben ook even vlot weer wakker. Ik heb gedroomd: de naft van mijn brommer was bijna op en ik was nog ver van het dichtstbijzijnde naftstation. Een droom die ik wel vaker heb. Het is 3u40, zie ik op de wekker. Direct maar even naar het toilet, anders moet ik er straks weer uit.
Linkerzij, rechterzij, nog eens, en nog eens. Ik zak terug weg.
Ik word terug wakker van het gesnurk naast mij. Ik hoor het een tijdje aan, geef hem een paar keren een duw(tje), maar het mag niet baten. Het gesnurk blijft. Het duwtje wordt een duw en een dringend verzoek om naar de logeerkamer te vertrekken (hij vertrekt, want hij slaapt overal, desnoods rechtzittend op een stoel).
Ik verleg mijn hoofdkussen naar het midden en palm het hele bed in. Zalig! Het is ondertussen 5u30.
Linkerzij, rechterzij, nog eens, en nog eens. Droge mond. Op de tast zoek en vind ik mijn flesje water en de tube kunstspeeksel.
Linkerzij, rechterzij, nog eens, en nog eens. Verdorie! Een pot appelmoes [homemade, van appels uit de tuin] vergeten uit de vriezer te nemen. Geen fruitpap morgenvroeg, want een verse appel heb ik ook niet in huis.
Linkerzij, rechterzij, nog eens, en nog eens. Wat doet mijn elleboog toch weer zeer. En ik mag niet vergeten een afspraak te maken bij de gynecoloog want daar ben ik al drie jaar niet meer geweest. Wat kunnen we eens eten morgen (straks)? Geen vis want de viswinkel is op maandag gesloten.
Linkerzij, rechterzij, nog eens, en nog eens. Ik hoor getik in de radiator. Teken dat de verwarming aanspringt. Het is dus 7 uur.
In de logeerkamer hoor ik gestommel. Manlief, vroege vogel, gaat naar de badkamer. Een tijd later hoor ik hem de trap af gaan en beneden alle rolluiken naar boven trekken.
Misschien moest ik ook maar eens opstaan. Van slapen komt nu toch niks meer.
Gisteren scheen na heel lange tijd de zon nog eens. Tijd voor een uitstapje, dachten wij. Ik kreeg zoonlief en zijn gezin ook zover om mee een stapje in de wereld te zetten.
‘De wereld’ als in ‘Antwerpen’. Het was zo lang geleden dat we nog in de stad waren geweest en de invasie van de Nederlanders was, aldus de krant, nu wel voorbij. En we gingen trouwens niet shoppen, we gingen stripmuren kijken.
Muurvast is de naam van het stripmurenproject in Antwerpen. Muurvast wil Vlaamse striptekenaars, cartoonisten en illustrators op de kaart zetten. Zij kiest grauwe, slecht onderhouden of zwaar betagde muren in de stad uit en tovert die met monumentale muurschilderingen om in blikvangers waarop de stad terecht fier mag zijn.
Vandaag telt de stad Antwerpen dertien stripmuren waarvan negen in de binnenstad. Ik heb ze niet allemaal gefotografeerd want sommige zijn gewoon niet zo goed in beeld te krijgen vanwege een boom die in de weg staat, of een hek dat het zicht belemmert.
Als je zo door de stad loopt zie je natuurlijk ook nog andere dingen. Zoals deze mooie Mariabeeldjes die je vindt aan gevels op straathoeken bijvoorbeeld. Dat wordt onze volgende stadswandeling.
We kwamen ook langs Carolus-Borromeuskerk, voor mij persoonlijk de mooiste kerk van de stad. De kerk was open en we zijn even binnen geweest. Kleine Man was erg onder de indruk. Hij vroeg of er ook prinsessen wonen. Waarop we hem moesten teleurstellen.
Met de make-over van (één muur van) onze master bedroom vond ik dat een muur in de keuken ook wel een upgrade kon gebruiken.
Nu zijn de keukenmuren in een neutrale (saaie) kleur geverfd. Toen we drie jaar geleden ons huis van boven naar beneden hebben laten schilderen, had ik het, na het doornemen van een dik boek vol kleurstalen, wel gehad en was voor mij alles goed.
Tot vorige week dus!
Tegen één van de muren in de keuken staat een limoengroene Smeg Bombino ijskast waar ik na al die jaren nog altijd zot van ben. Die verdient meer en beter dan een saaie muur om tegen te staan.
Toen ik het behang voor de slaapkamer bestelde, was ik al retro behang tegengekomen dat ons wel aanstond. Eens iets anders, dachten we.
Nu, als ik iets in mijne kop heb … maandag besteld bij Decodump … woensdag 13u20 geleverd door PostNL … woensdag 16u30 KLAAR!
Bomma en bompa, de ouders van mijn vader. Bompa is geboren in 1889 († 1976), bomma was elf jaar jaar jonger († 1976). Een uitspraak van bompa was “Een vrouw kunt ge beter jong nemen, oud worden ze vanzelf“. Dat was zijn idee van humor.
Deze foto is genomen op de bruiloft van mijn ouders, 30 september 1953. Bomma en bompa op hun paasbest uitgedost, zij in het zwart maar toch een frivool kanten randje aan haar bloes. Zich uitdossen was voor bomma geen probleem. Zij was een heel pronte vrouw, een ‘fiere’ zoals wij zeggen. Iemand die graag mooi gekleed ging en wist dat ze er mocht zijn. Hier zijn ze respectievelijk 64 en 53 jaar oud.
De volgende foto moet genomen zijn ter gelegenheid van het huwelijk van een van hun andere kinderen. Geen idee in welk jaar. Ik herken wel de zondagse kamer. Ik kan ook niet inschatten hoe oud ze toen waren. Vroeger zagen de mensen er veel sneller oud uit dan nu.
Het zou me niet verwonderen dat bompa hier op een verhoogje staat want hij was niet van de grootste. Ik dacht zelfs dat hij kleiner was dan bomma, maar het kan ook zijn dat bomma door haar forse gestalte en bazig karakter wat ‘groter’ overkwam. Niet alleen de gestalte en het bazige, maar ook het levensgenieten heb ik van mijn bomma. Ze had wel haar winkel, maar ze profiteerde op haar manier toch van het leven. Ze ging dikwijls naar de stad herinner ik mij. Dan tutte ze zich helemaal op.
Moemoe en vava, de ouders van mijn moeder. Vava is geboren in 1902 († 1989???), moemoe was een jaar ouder († 1983).
Ook van hen heb ik een foto die genomen is tijdens de bruiloft van mijn ouders, 30 september 1953. Moemoe ook in het ‘stemmig’ zwart. Zal toen mode geweest zijn want veel van de genodigde oudere dames droegen zwart, zie ik op de foto’s. Vava was toen 51, moemoe 52.
Moemoe en vava waren totaal andere grootouders dan bomma en bompa. Zij waren zeer ernstige mensen, geen greintje vrolijkheid te bespeuren. Hoewel ik heel dikwijls op de boerderij van moemoe en vava te vinden was in mijn jeugd – omwille van mijn jonge tante – waren deze mensen in mijn herinnering alleen maar aan het werk, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Natuurlijk is er op een boerderij altijd veel werk, maar moemoe en vava kwamen eigenlijk niet verder dan hun eigen erf. Vooral moemoe dan want vava was ‘beestenkoopman’ en was vaak weg om vee te kopen en te verkopen.
Wat ik mij wel nog herinner is dat vava na het middageten zijn hoofd op tafel legde op zijn armen en een dutje deed. En dat ze hun warm eten (soep en daarna aardappelen/groenten/vlees) aten uit één en hetzelfde bord.
Onderstaande foto moet genomen zijn in 1975 voor hun vijftigste huwelijksverjaardag, aan de voordeur van het woonhuis van de boerderij.
Bomma en bompa hadden 9 kinderen (waarvan er 1 jong overleden is), 23 kleinkinderen en 35 achterkleinkinderen.
Moemoe en vava hadden 10 kinderen (waarvan er 2 jong overleden zijn), 20 kleinkinderen en 39 achterkleinkinderen.
U begrijpt, als wij een feestje hebben in de familie dan moeten wij een zaal(tje) huren want met alles wat er aan ‘aanhang’ nog bijgekomen is in de loop der tijd, is het nauwelijks nog te tellen.